Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Slechts een, zijn voornaamsten mededinger, Machatin op zijn Gladiator, zag hij niet. "Haast u niet," zeide Kord tot Wronsky, "en denk aan één zaak, mylord: bij hindernissen mag u niet ophouden of mennen, maar moet u het paard zelf laten doen, wat het wil." "Goed, goed," antwoordde Wronsky en greep de teugels.
"Ik zou den wagen wel willen mennen" zou misschien de jeugdige Grieksche knaap hebben geantwoord; en dan zou zijn moeder hem kunnen vertellen van den tijd, toen eens een jeugdige knaap den zonnewagen wilde mennen, en van het lot, dat hij toen onderging. "Hij werd geacht de zoon van Apollo te zijn," zoo luidde het verhaal, "en hij heette Phaëthon.
Gij Phaëton, gij and're Merops-zoon, Verstout ge u 's hemels zonnespan te mennen En de aard te blaak'ren in uw euvelmoed? Grijpt gij naar sterren, wijl zij u bestralen? Van hier, verwaten dief! vermeet'le slaaf!
Mijn man is in zijn jonkheid palfrenier geweest bij der grootvader; ik zie nog de appelgrauwe schimmels, dat haar grootste pleizier was die zelve te mennen, en dan Blount de koetsier! die den koning te rijk was als hij naast haar zat met de armen over elkaar! of hij de mijnheer was wien het spul toe kwam!
"Feurich!" herhaalde Ulrica: "o! dien ken ik zeer goed: hij heeft mij dikwijls in 't bosch rond laten rijden. Een goede, brave, ronde Bergsman! En is hij uw vader, Elske?" "Jaô, lieve Freule!" gaf deze ten antwoord: "en hum heit in zijn leven ook ander werk edaôn dan paôrden mennen.
En behoeden mij, die u mennen zal, als wij geen anderen menner krijgen....
Wij zien daar land en volk nog bijna, gelijk M. C. van Hall die beschreef in 1811: Hoeve en land, Vliet en bosschen, rieten daken Door Pomona mild omplant, Waar, in grove pij gedoken, 't Bruingeel pijpjen aangestoken Nijvre landman koning was, 't Zij men hem op 't paard zag rennen, Ceres' schatten huiswaarts mennen, 't Zij de meester voor hem las.
De onagga, de schapen en de geiten van de kraal verschaften nu ook dagelijks in overvloed melk aan de kolonie. De kar, of liever de lichte kariool, die deze vervangen had, deed verscheiden tochten naar de kraal, en wanneer het de beurt van Pencroff was nam hij Jup mede en hij liet deze mennen, van welke taak de aap zich onder het klappen van zijn zweep, even uitmuntend als van alle andere kweet.
Zoo ging het ordelijk en ieder kreeg een plaats. Klaas en Jo en Nel en Kee bleven naast elkaar staan en zoo raakten ze in denzelfden wagen. »Gelukkig, we zitten bij Harms,« zei Klaas. »Waarom gelukkig?« vroeg Jo zacht. »Nou, dat is zoo'n aardige man; ik wed, dat we straks ook wel eens mogen mennen.« Daar kwam de juffrouw aan. »Bijna te laat, juffrouw,« riep Harms. »Mooi op tijd, Harms,« zei ze.
Intusschen snort de motor naar Ranelagh, waar alles er even feestelijk uitziet, en meer afwisseling heerscht dan op de gewone wedrennen. Hier een wedstrijd in het mennen, daar een polo-match, en overal drommen van belangstellende toeschouwers. "Mevrouw V. is er wel degelijk," fluistert Virginia opgewonden; "ze heeft een prachtig span paarden, en ik zag haar zooeven praten met haar eigen man!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek