Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Maar Phaëthon had nu eenmaal zijn zinnen gezet op de vervulling van dien éénen wensch; en daar Apollo zijn woord had gegeven, moest hij toegeven. De stijfhoofdige knaap sprong in den wagen en greep de teugels. Aurora wierp de oostelijke poort open, die glinsterde van purper, karmozijnrood en goud, en de paarden galoppeerden het pad op door de lucht. Iedereen kon gissen, wat moest gebeuren.

Zijn zusters stonden aan den oever en weenden om hem, en langzamerhand werden zij veranderd in populieren; en zelfs nog heden ten dage, kunt gij, als gij naar de populieren luistert, ze zacht en droevig samen hooren fluisteren over het lot van haar verongelukten broeder Phaëthon."

"Ik zou den wagen wel willen mennen" zou misschien de jeugdige Grieksche knaap hebben geantwoord; en dan zou zijn moeder hem kunnen vertellen van den tijd, toen eens een jeugdige knaap den zonnewagen wilde mennen, en van het lot, dat hij toen onderging. "Hij werd geacht de zoon van Apollo te zijn," zoo luidde het verhaal, "en hij heette Phaëthon.

Op zekeren dag werd een speelmakker boos op hem en riep uit "Gij zijt van lage afkomst! Het is niet waar, dat gij de zoon van Apollo zijt!" Phaëthon antwoordde met geen enkel woord, maar vertrok onmiddellijk naar het uiteinde van Indië, en liep stoutmoedig naar het paleis van Apollo. De zoldering was van ivoor en de deuren waren van zilver.

Op het eiland Thrinacia weidden zijne dochters, Phaethusa en Lampetie, voor hem 7 kudden runderen en 7 kudden schapen, elke van 50 stuks, een getal dat nooit grooter of kleiner werd, en op vele plaatsen, waar hij vereerd werd, vond men aan hem gewijde kudden. Zijne kinderen waren o.a. Aeetes, Circe en Phaëthon.

"En ik ben gekomen" zeide hij "om u te smeeken, dat gij, als ik werkelijk uw zoon ben, mij eenig bewijs daarvan zult willen geven." Apollo had schik in den moed van den knaap. Hij sloeg zijn armen om den nek van Phaëthon en sprak: "Gij zijt werkelijk mijn zoon, en om u dit te bewijzen, zal ik u alles schenken, wat gij maar vraagt."

De geest der Grieken was rijk aan een dichterlijke fantaisie; het was, bij voorbeeld, gemakkelijk, de herinnering aan een warmen, drogen zomer, die in een donderbui eindigde, om te werken tot het verhaal van Phaëthon; of het verhaal van den een of anderen tocht van zeeroovers om te werken tot het poëtische verhaal van den tocht der Argonauten.

Phaëthon doorschreed de geheele lengte der zaal en stond voor den troon. Apollo zag vriendelijk op hem neder en zeide: "Zeg mij wie gij zijt, en waarom gij mij hebt opgezocht." Daarop vertelde hem de knaap, hoe zijn speelmakker hem had gehoond, door te zeggen, dat hij geen kind van Apollo was.

De vurige wagen bewoog zich slingerend hoe langer hoe dichter naar de aarde toe. De bergen begonnen te rooken, de rivieren trachtten zich in het zand te verbergen, de Oceaan slonk tot een meer, steden verbrandden tot asch. "Help mij, help mij, vader Zeus!" riep de Aarde. Daarna slingerde Zeus zijn bliksemflitsen naar Phaëthon, en hij viel van den wagen neer in den Eridanus-Vloed.

Phaëthon durfde niet naar beneden te zien, want hij vreesde duizelig te worden, daar de aarde zoo diep onder hem lag. Hij durfde niet naar boven te zien, daar de hemel zoo vol monsters was, zooals de Groote Beer, de Kleine Beer, de Slang en de Schorpioen. Hij liet de teugels glippen, en de paarden vlogen nog woester vooruit dan te voren.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek