Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Kapitein Tartar wierp zich in zijn stoel achterover en scheen zich nauwelijks te kunnen inhouden. "Heb je genoeg van den wijn?" zei Jack. "Dan kunnen we, dunk me, ook wel naar het bal gaan." Op dit oogenblik verscheen een sergeant van de mariniers aan de deur, sloeg aan en keek met een blik van verstandhouding naar den kapitein.
Om dat besluit van mij, kuisch te blijven leven, zonder lijfsgenot tot haar komst, word ik dikwijls bespot, soms gehoond, ja zelfs kleinzielig verdacht en misschien ook wel 's belasterd, wie weet 't! Maar daardoor juist groeit 't in me als 'n boom in 't bosch, hoog, trotsch, altijd dieper en verder geworteld. Er zal wel 'n storm noodig zijn om 't neer te rukken.
Ik woû, dat ik iets heel dols, iets vreeslijk bespottelijks kon doen, maar ik weet niets, ik ben tegenwoordig zoo bot, dat ik niets kan uitdenken. Was Elize maar hier, die zou wel wat weten. Weet je wat we eens gedaan hebben, Elize en ik, den eersten keer, dat ik te Brussel logeerde? Ik heb het vroeger nooit durven vertellen, maar nu durf ik alles, het kan me niets meer schelen.
Waar zat zoo'n beest anders zoo lang, en nu juist, nu ik haar bij me hebben wou, nu 'k me zoo alleen voelde, zij zoo vroolijk met haar gespeel; nu ik haar eigenwijs wel zou willen zien rondloopen over mijn zolder, of onhoorbaar van haar nest op den luien stoel naar me komen zien aanzetten, den geringden staart hoog dragend, als een pluim ijdelheid die ze genoegelijk boven zich zelve opstak.
"Haal het dan hier! Laat me zien, dat je 't niet hebt verscheurd, dan zal ik je gelooven," zei de zieke, en zonk weer in 't kussen terug, zoo zwak en mat, dat de student bang was, dat hij een nieuwen aanval kreeg. 't Was vreeselijk! De student voelde zich zoo ellendig.
"Dat is een leelijk ding," zei Tom, "maar den heelen nacht onder den blooten hemel te slapen bij dit weer, is ook geen pretje. Kom, vrouwtje, laat me maar binnen, ik ben niet bang." Met was hij ook al in de gang en sloot de voordeur achter zich. Het vrouwtje bromde nog wel zoo iets van "zelf maar weten", maar Tom kreeg zijn avondeten en zijn bed, en dat was 't voornaamste.
Maar dat hoepla kwam te vroeg, want hoeveel moeite de schoenmaker ook deed, Bob was te zwaar om maar zoo luchtig in het water geworpen te kunnen worden. »Ho, dat gaat niet, ik zal je moeten kantelen, Bob! Houd je goed vast, hoor, mijn jongen, anders doe ik je pijn en dat zou me spijten! Ha-ha-ha, hoe bespottelijk dom van je, om in dit ding te kruipen! Dat vergeet ik mijn leven lang niet!»
"Wat ben je opgewonden van avond, Eddy," begon hij, hem dien ouden naam gevend met zekeren spot. "Ik heb je toch immers al verteld, dat ik dien bal-avond al even ver met 'r was als jij nu. Ze gaf me net zulke hartelijke handdrukjes en keek me ook erg verliefd aan. Wat beteekent dat nou bij zoo'n geil dier van 'n meid!" Maar 't had niet de verwachte uitwerking.
"Waarom laat meester me schrijven: soort zoekt soort? Hij scheldt me niet uit, neen, dat doet hij niet; maar het is toch langs het kantje af!" En zoo redeneerde hij al voort, tot hij ten laatste aan den Baviaan dacht. "Dien leelijken vent heb ik uitgescholden, dat is waar, maar hij geleek toch meer op een baviaan dan ik op een varken gelijk!" Wacht, daar stond een emmer met schoon water.
Ik nam mijne harp, zette mij op de plecht en begon toen te spelen. Op dat oogenblik haalde de dame een zilveren fluitje te voorschijn en een schelle toon klonk door de lucht. Ik hield dadelijk op en vroeg me zelven af waarom zij floot? Was het omdat ik valsch speelde of omdat ik zou ophouden? Arthur, die alles opmerkte wat er om hem heen gebeurde, begreep mijne gedachte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek