Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


De deur vloog toe en de grendel werd er van binnen voorgeschoven. Kapitein Lennart vloog op de deur toe en rukte aan de knop. Toen konden de kavaliers het lachen niet laten. Hij was zoo zeker van zijn vrouw geweest en nu wilde ze niets van hem weten. Dat was komiek vonden ze. Toen kapitein Lennart hoorde, dat ze lachten, stoof hij op hen af en wilde hen slaan.

De overste helpt haar 't groote ledikant naar voren trekken, bed en kussens schudden, en zoo wordt kapitein Lennart weer op zacht dons en wit linnen gelegd. "Leeft hij nog?" vraagt ze. "Ja," antwoordt de overste. "Is er nog hoop?" "Neen, er is niets aan te doen." 't Blijft een poos stil in de kamer; dan komt plotseling een gedachte in haar op: "Schreien die allen om hem?" "Ja."

Sintram ontving hem vriendelijk; hij nam hem mee naar de groote welvoorziene korenzolders en naar de kelders, waar nog aardappelen lagen van den oogst van verleden jaar en hij liet hem alle zakken en zakjes vullen, die hij meegebracht had. Maar toen Sintram 't kleine bootje zag, waarin Lennart gekomen was, vond hij die te klein voor zulk een zwaren last.

"Roei naar huis, man," zei kapitein Lennart, "eer de boeren begrijpen, dat er nooit anders dan zand in de zakken geweest is, anders ben ik bang dat ze een gat in je boot boren." "Ik ben zoo bang niet," zei de knecht. "Roei nu toch naar huis," zei kapitein Lennart zóó bevelend, dat de man gehoorzaamde.

Ieder moest den ander liefhebben en helpen, ieder moest van den ander het goede gelooven. Ieder moest handelen als kapitein Lennart, want daarvoor had men geen groote gave noodig; maar alleen een vroom hart. En hij verklaarde ons allen, wat er dit jaar gebeurd was. Hij zei, dat het een voorbereiding was voor een jaar van liefde en geluk, dat nu zeer zeker te wachten was.

Hij trilt als een vlinder op den rand van 't pop-omhulsel, waaruit hij te voorschijn kwam, terwijl zijn vleugels zich in den zonneschijn ontplooien en stralen als de zon zelf. Dat oogenblik was het, dat kapitein Lennart deed uitgaan onder het volk.

Zoo komt kapitein Lennart ook voorbij de plaats waar de kavaliers staan. "Wij moeten maar meêgaan en toezien, dat hij goed thuiskomt," zegt Beerencreutz en verlaat zijn plaats aan den kant van den weg om meê naar Helgesaeter te gaan. Zijn voorbeeld wordt door velen gevolgd. 't Marktveld is als uitgestorven. 't Volk gaat met kapitein Lennart naar Helgesaeter.

Kapitein Lennart zit te droomen, terwijl hij over 't prachtige meer roeit; hij denkt aan 't wonderlijke lot van de kleine zaadjes. Nu zullen ze op de zwarte aarde geworpen worden, die vol asch is, midden tusschen steenen en boomstronken, maar zij zullen toch wel groeien en wortel schieten in 't woeste veld.

Veel ringen, armbanden en gespen, waar de rijke dame grooten prijs op stelde want 't meeste had ze geërfd of present gekregen waren toen verloren gegaan. Ze werden nooit gevonden, maar 't gerucht liep spoedig door 't heele land, dat kapitein Lennart op Helgesaeter de dief wezen moest. De boerin had nooit kunnen begrijpen waar zulk een gerucht vandaan gekomen was.

"Ze gelooven het dus niet?" vroeg kapitein Lennart. "Neen, kapitein," antwoordde de boerin: "niemand gelooft het!" Toen bleef kapitein Lennart niet langer in de kamer, hij wilde naar huis. Buiten trof hij toevallig goede oude vrienden aan. De kavaliers van Ekeby waren juist in de herberg aangekomen. Sintram had ze daar uitgenoodigd om zijn verjaardag te vieren.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek