Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Zijn hart was tot overloopens toe vol van vreugd, omdat hij zijn tehuis weer zou zien. Hij had veel geleden, maar nu kwam hij weer thuis en alles zou weer goed worden. Hij wist niet, dat hij een van hen zou worden, die niet onder een eigen dak mochten rusten of zich bij een eigen haard koesteren. Kapitein Lennart was recht in zijn schik.

't Geheele kerkhof en de muur en 't veld er om heen was zwart van menschen. De lijkstoet werd geordend voor de consistoriekamer. Men wachtte nog maar op den ouden Proost. Hij was ziek en had niet gepreekt. Maar op de begrafenis van kapitein Lennart had hij beloofd te komen.

Kapitein Lennart ligt nog altijd bewusteloos op het bed. De kamer is vol schreiende menschen; niemand denkt er aan die bedroefde schare te verwijderen. Alle deuren staan open, alle kamers, trappen en gangen zijn vol zwijgende, angstige menschen, tot ver buiten op den weg staan ze op elkaar gepakt.

Toen de overste alles verteld heeft, verheft de kapiteinsvrouw haar stem: "Als hier kavaliers in de kamer zijn, verzoek ik ze heen te gaan. 't Valt mij zwaar hen te zien, nu ik bij het sterfbed van mijn man zit." Zonder een woord meer te spreken staat de overste op en gaat heen. Zoo doen ook Gösta Berling en de andere kavaliers, die kapitein Lennart gevolgd zijn.

"Mijn vrienden," zeide hij en bleef staan om ze allen te gelijk toe te spreken. "Ik heb God gevraagd waarom ik zóó veel heb moeten lijden." "Och, houd toch je mond, Lennart, schei uit met je gepreek," schreeuwde Beerencreutz. "Laat hem doorgaan," riep Sintram, "hij spreekt goed." "Ik heb Hem dat gevraagd. Ik begreep het niet. Maar nu begrijp ik het.

Daarop stond hij op en ging heen. En weer werd het drukkend stil in de woning van de kavaliers. Maar voor ieder van hen lagen een paar takjes van den "schandeheuvel". En van die takjes klonken allerlei akelige vragen: "Waar is de Majoorske? Wat is er van Ekeby's eer en macht geworden? Waarom is kapitein Lennart vermoord? Waar is de rijkdom van Löfsjö?"

Sintram liet Gösta zweren, dat hij 12 uren na de begrafenis van kapitein Lennart er niet meer zou zijn. Want dan weet ik ten minste, dat je geen brave kerel meer worden kunt." Dat was gemakkelijk te beloven voor Gösta Berling. Hij was er blij om dat hij zijn vrouw de vrijheid hergeven kon. Zijn wroeging had hem voortgejaagd, tot hij doodmoe was.

Kapitein Lennart kwam op een dag bij de arme boeren, die in den omtrek van Gurlita Klätt woonden. Groot was hun nood, zij hadden geen aardappelen meer, en zij konden geen rogge op de afgebrande velden zaaien, want zij hadden geen koren. Toen nam kapitein Lennart een bootje en roeide dwars over 't meer naar Fors en vroeg Sintram om rogge en aardappelen voor de arme boeren.

Die was grof en haastig in elkaar geslagen, maar met rouwfloers en bloemkransen versierd, hij begreep, dat het de kist van kapitein Lennart was. Men had zeker de kapiteinsvrouw verzocht, de begrafenis te verhaasten, zoodat de groote menigte marktbezoekers aan de plechtigheid deel kon nemen. Hij stond naar de kist te zien, toen hij een zware hand op zijn schouders voelde. Sintram stond achter hem.

De herbergierster kon dien man niet genoeg aanzien. Zijn haar was grijs geworden en zijn rug gebogen. Hij had 't zeker niet best gehad. Maar zijn vriendelijk gezicht en zijn goed humeur had hij nog. Hij was nog dezelfde kapitein Lennart, die haar naar het altaar gebracht had, toen zij de bruid was en die bij haar bruiloft gedanst had.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek