Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


De schipper opende de deur eener smidse en zei: Vermits gij mannen zijt met kloekmoedig hert, die het gezang kent van den leeuwerik, die het zinnebeeld der vrijheid is, en het dappere gekraai van den haan, en 't gebalk van den ezel, dien zachtmoedigen werker, wil ik u mijne oorlogskeuken toonen. Deze kleine smidse vindt men in de meeste booten, die op de Maas varen.

Marius, wien de schier woeste bekoorlijkheid van deze plek trof, vroeg dien voorbijganger: "Hoe heet dit oord?" De voorbijganger antwoordde: "Het Leeuweriksveld." En hij voegde er bij: "'t Is hier dat Ulback de herderin van Ivry doodde." Maar na het woord "Leeuwerik" had Marius niets meer gehoord. In den droomenden toestand kan een enkel woord een plotselinge verstijving doen ontstaan.

Te Bellem, aan den oever van de Brugsche vaart, kwamen Uilenspiegel en Lamme eenen ruiter tegen, met drie haneveeren op zijn vilten hoed, en die spoorslags naar Gent reed. Uilenspiegel zong als de leeuwerik en de ruiter hield zijn peerd in, en antwoordde met Kanteklaar's helder gekraai. Brengt gij tijdingen mede, onstuimige ruiter? vroeg Uilenspiegel. Gewichtige tijdingen, antwoordde de ruiter.

Van hem was de bekorende opzet en de blijde, zoete verbeelding van het onderwerp. Het is het steeds gebruikte thema van een droom. De dichter ziet zich vroeg in een meimorgen uitgegaan, om den nachtegaal en den leeuwerik te hooren. Zijn pad brengt hem langs een rivier tot den muur van den geheimzinnigen tuin der liefde.

Met dezelfde onbeschrijfelijke vreugde luisterdet gij mede naar het eerste lied dat de leeuwerik deed hooren, omdat gij in uwe verbeelding reeds al die schoone, heldere en vrolijke lentedagen voor u zaagt, die de nachtegaal en de overige kleine, vlugge zangers nog aangenamer zouden maken.

Den volgenden morgen, toen het bloempje al zijn witte blaadjes weer als kleine armen naar de lucht en het licht uitstrekte, herkende het de stem van den vogel; maar het klonk treurig, wat hij zong. Ja, de arme leeuwerik had daar wel reden voor; hij was gevangen en zat in een kooi, dicht bij het open raam.

«Pluk het bloempje afzei het andere jongetje, en het madeliefje beefde van angst; want afgeplukt te worden stond immers gelijk met het leven te verliezen; en nu wilde het nog veel te graag leven, daar het met de graszode naar den gevangen leeuwerik in de kooi toe moest.

Zoo ge mij laat in hechtenis nemen, weet mijn kameraad, wat hij met de Leeuwerik moet doen." De gevangene sprak niet. Na een pauze hernam Thénardier: "Ge ziet, 't is alles zeer eenvoudig. Er zal geen kwaad gebeuren, zoo ge 't zelf niet wilt. Ik verhaal u de zaak, en waarschuw u, opdat ge weet waaraan u te houden." Hij hield op, de gevangene bleef steeds zwijgen.

Ik heb ergens in Dorian Gray gezegd dat de groote zonden der wereld plaats hebben in de hersenen. Maar in de hersenen heeft alles plaats. Wij weten nu dat wij niet zien met onze oogen en niet hooren met onze ooren. Zij zijn in werkelijkheid kanalen voor het min of meer nauwkeurig overbrengen der zinsindrukken. In de hersenen is de papaver rood, is de appel geurig, zingt de leeuwerik.

En de denkende en diep gevoelende mensch wandelt door het aardsche paradijs met een van innig genot stralend oog, met dankbaarheid en vreugde in de borst, met een loflied op de tong. Nu, wie zou ook niet gaarne dáár zijnen dank, zijne aanbiddende bewondering willen uiten, waar hem uit elke struik een loflied toeklinkt? Wien bezingt de leeuwerik?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek