Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


Hij kraaide als de haan en Uilenspiegel floot als de leeuwerik. Toen de baas Uilenspiegel en Lamme samen aan 't vechten zag, vroeg hij tot Stevenijne: Wat zijn dat voor twee rabauwen? Stevenijne antwoordde: Truwanten, die men niet slecht zou doen van elkander te scheiden, in stede van hen hier al dat gedruisch te laten maken, vóór zij naar 't galgeveld trekken.

Toen zij omtrent een groote hoeve, nabij de stad kwamen, floot Uilenspiegel als de Leeuwerik, en dadelijk antwoordde daarop, van binnen, een helder hanengekraai. Een cijnzenaar met een goedig gezicht verscheen op den drempel der hoeve. Hij riep hun toe: Vrienden, leve de Geus! komt binnen. Wie is dat? vroeg Lamme.

Een Vogel "slaat", wanneer zijn gezang uit strophen bestaat, die goed gearticuleerd worden voorgedragen, duidelijk vaneen gescheiden zijn. Van "gezang" is meer bepaaldelijk sprake, als de tonen, hoewel voortdurend afwisselend, een meer vloeiende melodie, geen strophen vormen. De Nachtegaal en de Vink slaan, de Leeuwerik en Distelvink zingen.

't Was aan de eene zijde diepe overweging, aan de andere eerbiedige bewondering, als waarmede men een gewrocht van den menschelijken geest ziet ontstaan en zich ontwikkelen. Men hoorde gerucht in huis, 't was de "leeuwerik" die de trap veegde. Na een groot kwartieruurs en eenige doorhalingen, bracht Thénardier dit meesterstuk voor den dag: Nota voor mijnheer No. 1. Soupé fr. 3. Kamer fr. 10.

En aldus reden zij langen tijd voort, langs rivieren, stroomen en vaarten. En overal werd het gezang van den leeuwerik beantwoord door 't gekraai van den haan. En overal werden, voor 't werk van de vrijheid, wapenen gegoten, gesmeed, geslepen, en vervolgens verscheept. En in tonnen, in kisten, in manden, geraakten zij door, aan de tollen.

In de vallei schuilen hier en daar eenvoudige huisjes, te midden van vruchtbare akkers, gescheiden door hagen en grachten. Weinige geluiden treffen het oor: het tierelieren van eenen opstijgenden leeuwerik; het juichen van een spelend kind, blootsvoets weg en weer loopend; het tiktakken van een weefgetouw, of het schokken van eenen naderenden boerenwagen.

Men treft zulke menschen die, zou men zeggen, dagelijks met een paar dauwperels op een rozeblad, de hersens van een leeuwerik en het sap van een halve perzik leven kunnen. Zoo was Sörge.

De nieuwe zon straalde over de wereld uit, de zwarte vogelen waren verdwenen en een leeuwerik twetterde hooger en hooger de eindeloos doorzichtige lucht in. Maar onverschillig ging Gawein. Naar Camelot terug keeren wilde hij niet; zoo hij zonder wapenen, zonder Gringolette, zonder het Scaec zoû komen, zoû zeker Keye spot met hem drijven.

Stappend, niet huppelend, beweegt zij zich behendig over den bodem; zij vliegt zonder inspanning en flink; evenals de Leeuwerik zweeft zij dikwijls langen tijd gedurende het zingen.

"Dat u de heete koorts blakere, eeuwige babbelaar!" riep Reinout: "zorg slechts dat hem geen leed geschiede, of ik rijg u als een leeuwerik aan mijn speer."

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek