United States or United Arab Emirates ? Vote for the TOP Country of the Week !


De spelling heb ik naar de thans in gebruik zijnde gewijzigd. Het Lofdicht van Heyndrik Albertsz., dat voor het Meerboek gevonden wordt, heb ik weggelaten, omdat het geene kunstwaarde bezit. Om dezelfde reden heb ik de gedichten, die Leeghwater in en achter zijn werk gevoegd heeft, niet overgenomen, omdat zij wel van 's mans rijmlust, maar geenszins van zijne dichterlijke bekwaamheid getuigen.

Wij vleijen ons alzoo, dat nog eenmaal, en, zoo wij hopen, binnen kort, het zoo vaak beraamde plan tot droogmaking van het Haarlemmer Meer zal verwezenlijkt worden; want wie, die, in den aanvang van het vorige jaar, den toestand des lands rondom Amsterdam met aandacht heeft gadegeslagen; die het water van het Meer over de landen in den Binnenpolder tusschen Sloten en Sloterdijk, ja over den weg zelven tusschen Haarlem en Amsterdam, heeft zien stroomen; die den zwakken staat der dijken en middelen kent, welke dat water moeten keeren, waarvan sommige niet veel meer dan enkele Zomer-kaden zijn, wier onderhoud voor de eigenaren der naburige landen drukkender en bezwaarlijker is, dan zij dragen kunnen, vreest niet met Leeghwater, en met nog meer grond dan hij, dat het kind al geboren is, die het zal beleven, dat het Meer voor de poort van Amsterdam zal komen? ja vreest niet, dat hij zelf dit weldra zal ondervinden? en zegt niet met den dichter ?

Waarschijnlijk, ja bijna zeker is het, dat zijne voorouders den naam van Leeghwater niet voerden, maar naar het gebruik dier dagen, dat nog lang ten platten lande, vooral in Noord-Holland, het langst echter in Vriesland, heeft aangehouden, alleen den naam hunner vaders bij den hunnen voegden, en alzoo slechts Adriaan Symonsz., Symon Rutsz. enz. genoemd werden.

Toen Leeghwater zijn Meerboek schreef, was hij zes en zestig jaren oud: hoe lang hij hierna nog leefde is mij niet gebleken; maar in 1649 was hij nog in leven, blijkens de laatste bladzijde van zijne kleine Kronijk. Hij was echter reeds in den jare 1654 overleden, want op den titel der uitgave van dat jaar staat: in zijn leven Ingenieur en Molenmaker in de Rijp .

Een zilveren vergulden Penning, geslagen op de overwinningen van Prins Frederik Hendrik, en die, volgens het verhaal van vader tot zoon, mede van onzen Leeghwater afkomstig is, als door hem óf ten geschenke ontvangen, óf gekocht ter gedachtenis van zijne verrigtingen voor 's Hertogenbosch.

Leeghwater met een goede couragie in 't water gesprongen ben, en zeide: Adieu, mijn vroome Heeren; ende ik was daar zo lange onder het water, dat den Prince Mauritius met d'andere Heeren wel vernoegt waren, en doen ik weder boven 't water quam, doen vraagde mij den Prince Mauritius: Wat was dat geluit dat ik hoorde? waarop ik zeide: Ik heb luide geroepen; heeft mijn Heer dat ook verstaan? waarop de Prince zeide: Ik meende, dat het het brullen van een koe was.

De roem zijner bekwaamheid in het leêgmalen van plassen was zóó groot, dat hij door den Stadhouder Frederik Hendrik, in den jare 1629, in het leger vóór 's Hertogenbosch werd ontboden, om, zoo als Leeghwater het uitdrukt: »het water uit het leger te malen en de watermolens bij Engelen weder gangbaar te maken."

Droogmaking op droogmaking volgde elkander op. Bij de meeste dier ondernemingen was Leeghwater door raad of daad behulpzaam; vooral was hij werkzaam bij het bedijken van de nu bloeijende Beemster, waarbij hij was aangesteld, om, zoo als hij zegt: »waer te nemen het fabrijken en stellen van de watermolens."

Zoo ook komt Leeghwater in een octrooi van den jare 1605, waarvan wij nader zullen gewagen, alleen onder den naam van Jan Adriaansz. voor. Eerst in later tijd, en in meer gevorderden ouderdom, schijnt hij den naam van Leeghwater te hebben aangenomen, waarschijnlijk door dezen of genen hem toegevoegd, om de veelvuldige wateren, die hij in Noord-Holland en elders had helpen leêgen .

In den 7den vond ik haar, doch niet door Lamsveld, maar door S. Savrij gegraveerd. Daar deze in een' der hoeken het getal 43 heeft, vermoed ik, dat Leeghwater in 1643 door Keyser is geteekend, toen hij 68 jaren oud was. Na Leeghwater verschenen er verscheidene andere geschriften over het Haarlemmer Meer, welke ik kortelijk zal vermelden.