United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een mijner vrienden vermoedt, dat het toestel van Leeghwater en zijne makkers eene duikerklok zou zijn geweest, welke zij bevorens heimelijk ter plaatse, waar zij hunne kunst zouden vertoonen, onder water bragten. Ik ben niet ongenegen dit zijn vermoeden te deelen, hoezeer mij echter het heimelijk brengen van brieven naar elders, alsdan nog niet duidelijk is.

Wij stemmen het den Heer Meerman gereedelijk toe, dat men zich moet verwonderen, in het Octrooi te hooren gewagen van eene inventie, die men na zou kunnen maken, of elders gemaakt in het land invoeren van een werk, dat verbeurd zou kunnen worden verklaard enz., daar men uit het bovenvermeld verhaal van Leeghwater zou moeten opmaken, dat hij en zijne makkers zonder eenig toestel in het water sprongen.

Gezegde Heer De Wind heeft, in zijne Bijdrage over Leeghwater, het een en ander uit dit werkje overgenomen. Ook van deze Kronijk bestaan verschillende uitgaven.

De waarheid van het verhaal van Leeghwater is alzoo boven allen twijfel verheven; maar zonderling is het, dat nergens elders blijkt, dat hij, die meer dan 40 jaren na het bekomen van dit Octrooi leefde, of zijne makkers naderhand eenig gebruik van hetzelve hebben gemaakt, of dat bij het eindigen van dit Octrooi hunne kunst de eigendom van het publiek zou zijn geworden, of dat zij die kunst naderhand aan anderen zouden hebben medegedeeld.

De plannen van Leeghwater en Veeris vonden al dadelijk tegenstand, vooral bij de Ingelanden van Rhijnland, welke vermeenden, dat, door het droogmaken van het Meer, de boezem van hun gewest te klein zou worden; en reeds in 1642 gaf N. van Haegh, onder den titel: C. A. Colevelt's bedenckingen over het drooghmaken van de Haarlemmer en de Leydtsche Meer, Honderd Twee en Zeventig articulen in het licht, welke hij, zoo als hij in het voorberigt zegt: als een liefhebber van het Gemeenebest, had gecopieerd uit eenige Bedenkingen zamengesteld door Coleveld, handelende op het uit- en droogmaken van de Haarlemmer en Leidsche Meer, waarbij hij, naar zijn goeddunken, nog eenige punten had bijgevoegd, hetgeen hij hoopte dat de schrijver hem niet ten kwade zou duiden.