Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Vraag je dat nog? 't Leit toch voor de hand, ze zien an m'n extérieur, dat ik ook een joodje ben, tegenwoordig is dat 'n crime. De Parijzenaars bennen dom weet u, oliedom; ze schreeuwen mekanderen na:
Zwaar, o zwaar Is de baar voorwaar Van den Vader van menig verdwenen jaar, Zie hier leit Het lijk van den Tijd, In de tombe der eeuwigheid zij het gevlijd Door ons die gaan Met die last belaên: Ons, de schimmen der Uren vergaan.
"Ik denk nogal dat je 't na je dood ook heel goed zult hebben, Keesje!" zei ik. "Ik hoop et, meheer: in den Hemel is alles goed; maar dat meen ik niet. Ik wou me lijk verbeteren, weet u?" "Wat is dat, Kees?" "Hoor reis, as we dood zijn, dan leit men ons op strooi en we krijgen 't goed an van 't Huis, net as wanneer we leven, en dan gaan we na 't kerkhof, in de put; dat wou ik niet.
"Weet je," had de man weder gezegd: "mijn grootvader heeft den zijne gekend toen hij net zooveel had als er nu op m'n hand leit. Wat deed ie?.... Van werken en sjouwen had ie duiten appart geleid, en, toen ie tien gulden bij mekaar gekoejoneerd had, toen ging ie naar de Deventersche paardenmarkt, en kocht er 'en afgedankte kerresier, die ook al voor de dillejans had geloopen.
Goddank, ze houdt van helder en netjes, weet je, en nou leit daar op de andere kamer zoo'n smerig sezjet in mijnheers ledikant, en de hemel mag weten wat voor ontuig hij mee in huis heeft gebracht. "Wil j' is kijken?" fluistert Van Hogenstad, terwijl hij de juffrouw wenkt hem in de achterste kamer te volgen, en haar te gelijk half ironisch, half ernstig een knipoogje geeft.
"Zooas je wilt! Zooas je wilt! Kinderen zijn d'r nou eenmaal, om ondankbaar te zijn... om alles te vergeten... Hier in de kamer, waar het portret staat van je vader, waar zijn tefille leit, waar die gewoond en geleefd heeft as eerlijk, fatsoendelijk man, ontvang ik geen schoondochter, die zal kleuren as ze voor me staat... ik zou niet meer naar zijn graf durven... Later zul je me op je knieën danken, dat ik je teruggehouen heb, dat ik je gewaarschouwd heb, je niet te vergooien!"
Zie, de grijsaard nevens Juffrouw Van Buyl, is haar neef Cornelis Van Campen, van wien ik u zooeven sprak, en twee plaatsen van hem zit Abraham De Wees met zijne familie, de boekverkooper op den Middeldam, die thans bij voorkeur door Vondel met het drukken van diens gedichten begunstigd wordt, wat hem geen windeieren leit.
Ik kan het maar niet verduwen, dat UEd. dien armen jongen zoo hard behandelt! wat weergaas, dat hij zich hier vertoont is een bewijs, dat hij het licht niet schroomt. Als hij zoo groote schuld had, kwam hij niet waar menschen zijn. Steek uw vinger in de aard, zie in wat land ge zijt: 't beste brood leit men op 't venster en er vliegen geen uilen bij valken."
Al dat kleine snijwerk dat gaat uit de hand, niewaar moeder? Ja juffrouw, wat de stakker die boven leit me d'r over vercomplimenteerd hêt dat zal ik niet navertellen; maar die was d'r gek na, en weet je wat ik en de vrouw al gezeid hebben: als ie weer beter wordt dan...." "Wien meen je?" vraagt Jacoba. "Wien ik meen? Weet de juffrouw dan niet dat de muziekmeester Donerie hier bij mijn woont?
"Zie je, want 'k heb ook me straf eerst later uit motte zitte. Zoolang 'n vrouw in 't ziekehuis leit, is die man ommers ontoerekenbaar, en wordt niet gestraft as zijnde 't hoofd van dat gezin. Of ben jij nou heelemaal zoo'n kind in die wette?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek