Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


"Mevrouw," viel Charles bitsig uit, "u betaamt het niet de broeder van Philippe le Bel van ontrouw te beschuldigen. Zal er om uwentwil gezegd worden, dat Charles de Valois een ongelukkige Landheer verraden heeft? Zal die schande over mijn wapenen komen! Neen o Hemel! Dit zal niet geschieden.

De Deken der wevers vergezelde hem te voet, en liet zijn paard in de baan staan, alhoewel hij er met de Graaf voorbijging, maar hij wist al te wel, dat het hem niet betaamde nevens zijn Landheer te rijden. Een weinig voor het Witbos kwamen een tiental heren hen tegemoet. Deze, Deconinck herkennende, keerden met hem terug in het woud.

Het is mij een ware vreugd nog een edelmoedig mens, in wie alle liefde voor de rampzalige Landheer Gwyde niet vergaan is, aan te treffen. God lone u om uw getrouwigheid." "O Vader," riep Adolf, "zo het u veroorloofd ware, de grond mijns harten te zien: indien gij de liefde die ik mijn Meester, de ongelukkige Gwyde, en zijn huisgezin heb toegewijd, konde kennen!

Zoo ver ik het beoordeelen kan, is hij een verstandig, een uitstekend landheer geworden, in de zaken punctueel, zelfs bijna gierig. Maar ook alleen in de zaken.

En dan zult gij, de landheer zelf, lust hebben om den zoetelaar te spelen, en de vroolijke jeugd te verkwikken met koek en een schijntje van brandewijn met suiker; en dan gaat er een vreugdekreet op; en de boerekinderen hebben nog nooit zoo iets lekkers geproefd, en de arbeider, die de baan geveegd heeft, wordt ook niet vergeten, en glist af en aan, met zijn bezem over den schouder, en maakt gekheid met de kleine deugnieten, en krijgt onverziens een sneeuwbal aan zijn ooren dat ze tintelen; en dan raakt de deugniet, die den sneeuwbal gegooid heeft, van de been, en schuift een heel end ver over 't ijs voort, en daardoor heeft een andere deugniet, die al tweemaal op zijn neus gelegen heeft, onuitsprekelijk veel genoegen.

Van zijne letterkundige geschriften voltooide hij dien winter De Sneeuwstorm, De twee Huzaren, Eene ontmoeting in het Detachement en Een morgen van een' landheer. Tolstoi moest zijne werken over drie tijdschriften verdeelen; zoo zijn de eerste twee verhalen nog in den Sawremjennik gedrukt, het derde in De Leesbibliotheek, en het vierde in de Nationale Gedenkschriften.

Geen mens was er in Vlaanderen, die zijn landheer Robrecht meer beminde dan de Deken der wevers; alles wat het Vaderland kon groot maken was heilig voor de edele burger van Brugge. Eindelijk ontwaakte de jonge Machteld uit haar stille beschouwing; haar armen drukten haars vaders hoofd met vurige drift tegen haar hijgende borst, en zij sprak met zwakke stem: "O mijn vader, mijn beminde vader!

De boeren echter uit dien tijd hadden zoo grooten eerbied voor gezag en macht, dat zij, hoe dikwijls er ook naar gevraagd, zich er niet over uitlieten. Zij roemden grootvader als een goed landheer, die zorg droeg voor zijne boeren en voor zijne groote, mooie bezitting.

"Zeg mijn dochter, dat ik hier ben om haar te halen. Ze behoeft niet bang voor de kou te zijn. Ik sla de kap van de caleche op en heb de wolfspels bij me om er haar in te wikkelen." "Wil mijnheer niet binnenkomen?" "Neen, dank je, ik zit hier goed!" De knecht verdween en de landheer zette zich tot wachten. Hij was dien morgen in een onverstoorbaar goed humeur.

Maar zijn verzoek werd afgewezen en men begon de boeren te dwingen de eischen van den landheer in te willigen. De zaak werd van de eene instantie naar de andere verwezen en kwam maar niet tot een eind. Tolstoi zag in, dat het niet gunstig voor de boeren zou afloopen, en teekende daarom nogmaals protest aan.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek