Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


"Zet wat op, dat de moeite waard is," raadde de booze Heer van Fors. "Zet wat op dat 't geluk kan doen verkeeren." "De duivel hale als ik weet wat dat is." "Speel om je dierbare oogappel, Melchior, speel om je dochter!" "Dat kunt u gerust wagen," zei Gösta lachende, "dien prijs zal ik nooit winnen." De machtige landheer kon niet anders dan meelachen.

De ongezelligheid dreef de mannen tot dronkenschap. Akkers en vee verzorgden zij niet. Zij vreesden den landheer en bespotten den predikant. Wat kon men met hen beginnen? Wat ik hen op den preekstoel zei, begrepen zij niet. En niemand om raad te vragen, niemand die mij hielp om moed te houden." "Er zijn er, die het onthouden," zegt Gösta.

Hier ontstond een algemeen gelach ten koste van den pater; want het was bekend, dat, in tijden van groote drukten, maaltijden en feesten zooals die, welke thans te Haarlem plaats vonden, het plukken van gevogelte evenals het bereiden van sauzen en specerijen voor 's Graven tafel aan de kloosters werd opgedragen, die zich dan die taak ter wille van den Landheer en voor een klein drinkgeld moesten getroosten.

Ik zat bij Zevekote, in diepe mijmering verzonken, en bad vuriglijk om de genade des Heren over mijn ongelukkige Landheer te roepen. Maar hoe groot was mijn verwondering, wanneer ik het hoofd opheffende een Priester voor mij zag staan.

En de dikke boom, waar is de dikke boom? vroeg Eline. Zij gingen het dorp door, tusschen de pikkende kippen, die verschrikt wegstoven, terwijl de hoefsmid en een paar boeren den landheer, die hun allen een woordje toeriep, gul groetten en zijn vreemde familie nastaarden.

Te Sainte-Marie d'Oignies kan de werkman, door geregelde betaling zijner huur, zich den eigendom verzekeren van zijne woning, die, hoe nederig zij moge zijn, toch den eigenaar in eigen schatting doet rijzen en hem iets geeft van het rustige zelfgevoel van een landheer, die op zijn eigen goed zit.

Gaver is het meest gekend door den veldslag, dien Philip de Goede in 1453 op de Gentenaren won. Men weet, wat er gebeurde. Gent en Brugge merkt David aan even bloeiend door nijverheid en koophandel, maar ook even brooddronken in den voorspoed, hadden, sedert ruim eene eeuw, aan den landheer zelden of nooit meer volkomen gehoorzaamd.

Het ging hem, natuurlijk, niet aan; hij was zelfs blijde te hooren dat zij in de gelegenheid was zulk een goede partij te doen, maar ongelukkig is het een waarheid dat men niet zooveel belang kan stellen in een bekoorlijke, jonge dame, die een "suffigen Welschen landheer" toebehoort, als wanneer zij nog geheel vrij is.

Een gedeelte van het dorp was door brand vernield en nu wilde de landheer den boeren niet toestaan hunne hutten weer op dezelfde plaats op te bouwen; bovendien onthield hij hun het noodige materiaal en den vereischten vrijen tijd.

Een ander maal trad hij, als eenvoudig boertje verkleed, op den landheer toe en hield hem in een trouwhartig gedicht voor, dat het boersche trouwe bloed nog altijd zijn beste goed was, waaraan hij meer vreugde kon beleven dan aan paarden en aan stoeterijen.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek