Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Onze boys lachten om hen, bootsten het gezang na en voelden zich ver verheven boven de wilde boschmenschen, vergetend, dat voor slechts enkele jaren zij zelf niet veel beter waren, en dat ze, als ze naar hun dorp terugkeerden, al gauw alle beschaving weer zouden hebben afgeschud. Langzamerhand werd het stil; alleen de branding was te hooren.
De andere zieken lachten, en de nonnekens vonden het heel pleizierig. Maar ginder, aan de deur van een herbergsken, verscheen Fransoo, en die riep zoo hard hij kon naar Pallieter. "Kom," zei deze tot de Bohemers, "ginder zullen w' is doedelzakke-bier gon drinke!" Dat was in de vier mannen hun genoegen. En zij gingen.
De hovelingen lachten, maar Alexander zeide, wat werkelijk zijn innige overtuiging was: "Als ik Alexander niet was, zou ik Diogenes willen zijn." Hij was echter Alexander, en was nog veel meer begeerig, veroveringen te behalen, en hij was daar zelfs nog veel feller op dan zijn vader geweest was. Twee jaren waren voorbijgegaan sedert den dood van Philippus.
Daar lag een goud sterretje op de tafel. En wat schitterde daar allemaal onder den schoorsteen. Allemaal sterretjes!? Ze durfde niet opstaan, uit vrees van dien mooien droom te verstoren en staarde maar voor zich uit. Toen ontdekte ze de beide dwergen en bleef met open mond hen aankijken, stom van verbazing. Nu lachten de aardmannetjes en knikten tegen Liesje.
Maar de visschers lachten haar uit, en raadden haar aan, haar dwaas plan op te geven en naar huis terug te keeren.
De kinderen begonnen te schreien en te zeggen, dat zij bij dien braven man wilden blijven, dien zij meer lief hadden dan hun meester. De dame en de graaf lachten daarom. De graaf was opgestaan niet op de wijze van een vader, maar als een arm man om zijn dochter eerbied te betuigen als edelvrouw en voelde, toen hij haar zag, in het hart een wonderbare vreugde.
In de ogen dorst hij ze niet bezien. Andere ridders spraken en lachten vrijelijk met haar; de verliefde Adolf alleen was voor haar zo bevreesd dat hij zelden een woord in haar tegenwoordigheid dorst wagen. Terwijl zij de snep aan haar havik ontnam, naderde Adolf haastiglijk voor haar, en vroeg met smekend gelaat om het wild uit haar aangebeden handen te mogen ontvangen.
Allen lachten; maar het lieve zeventienjarige Koosje had moeite, en daarom vond mevrouw Dorbeen het gepast haar lachende toe te voegen: "Och Koosje! zoo is hij altijd; trouw nooit, kind; want de mannen laten er hun vrouwen altijd inloopen". Pieter was intusschen achter den stoel van Koosje gaan staan rooken en werd op deze woorden bleek.
Hadt gij mij gezegd dat gij vliegen zoudt, dan had ik u niet geloofd; maar een zot komt u zeggen dat hij het zal doen, en gij gelooft hem! Hoe wilt gij dat ik vliege, daar ik geene vleugelen heb? De eenen lachten, de anderen vloekten, maar allen zegden: 't Is toch de waarheid. Maar koning Philippus bleef stijf als een koning van steen.
Het bleek naderhand, dat dit verboden was en men onderhield hem er over, maar hij vond het goed en deed het bij voorkomende gelegenheden weer. Wij domme jongens vonden dat heel grappig en lachten Mitjenka uit. Deze Poloebojarinoff was zijn eenige vriend en met hem werkte hij voor het examen. Wij woonden toen op den hoek van het plein Arskoje, in het huis van Kisiljeff, op de bovenste verdieping.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek