Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Zie, hij kan ons niet aanzien, en haar evenmin; en wie weet door welke macht van den boozen geest door wien hij bezeten is, zijne hand deze kabbalistische lijnen op den vloer trekt? Mogelijk wordt ons leven en onze veiligheid daardoor bedreigd; maar wij trotseeren en dagen den boozen geest uit Semper leo perculiatur!" Dit fluisterde hij heimelijk zijn vertrouweling Koenraad Mont-Fitchet toe.

Ik voelde dat ik dwaas en onrechtvaardig was en toch kon ik over die dwaasheid en onbillijkheid niet zoo geheel zegevieren, of zij had er iets van kunnen bemerken. "Leo!" sprak zij, nadat wij eenige minuten zwijgend naast elkaar waren voortgegaan.

"Volstrekt niet; ik bladerde maar zoo wat in een oud dagboek, waarin ik sinds lang niets had op te teekenen. Hier op de Werve valt zoo zelden iets bijzonders voor." "Nu toch valt er iets voor, Francis, dat al heel ongewoon is," bracht ik uit op een toon die mijne bezorgdheid verried. "Wat dan? Gij ziet er ontdaan uit Leo!" riep zij, naar mij toekomende. "Er is toch geen ongeluk gebeurd?"

Sergius Tolstoi was den 6den Augustus weer naar Rusland teruggekeerd. Natuurlijk maakte hij van de gelegenheid gebruik zijn' broer Leo in Kissingen op te zoeken, om hem tevens op de hoogte te brengen van den slechten staat der gezondheid van hun' broeder. Drie dagen later, juist op den dag dat Sergius weer vertrok, kwam Nikolaas zelf naar Kissingen.

Ik kon haar zoo niet zien, zonder haar iets te zeggen van 't geen mij sinds lang op het hart lag. Ik ging naar haar toe, legde met een onwillekeurige beweging mijne hand op haar schouder en fluisterde haar toe: "Francis! gij hebt geen vrede met de menschen, gij hebt geen vrede met u zelve, waarom zoekt gij geen vrede met God?" "Wie zegt u dat ik die niet zoek, Leo?

De Amerikaansche schrijver E. Schyler, die Rusland bereisd heeft, bezocht Leo Tolstoi in het jaar 1868 en vertelt in zijne gedenkschriften het volgende van zijne kennismaking met de familie Joeschkoff. Schyler maakte kennis met Joeschkoff te Kazan. "Ik werd ontvangen," vertelt hij, "in een mooi huis en gaf mijn kaartje en een' aanbevelingsbrief aan een' bediende, die zich ermee verwijderde.

Maar nu woonde er in Diamante een arme, oude beeldhouwer, die gaarne een paar soldi met het feest wilde verdienen. Daarom had hij een paar kleine lavabustes gemaakt van San Sebastiaan en van Paus Leo XIII. En daar hij wist dat velen in Diamante Gaetano liefhadden en treurden om zijn lot, maakte hij ook een paar beelden van hem.

Ik heb mij nu al die onaangename scène van dat oude wijf op den hals gehaald om u, omdat ik met u ben gaan wandelen, in plaats van naar het dorp O. te rijden, om mijn kleinen Harry te zien, en bovenal om het kostgeld te betalen aan de grootmoeder, en wie weet wat al niet bovendien, want zij exploiteeren mij daar, Leo!

Ik wil wel gelooven, Leo! dat er nobele mannen, en waardige vrouwen bestaan, maar die zijn excepties; en ik behoor tot de misdeelden, die deze onschatbare uitzonderingen niet heb mogen aantreffen, of als ik meende ze ontmoet te hebben, voor die lichtgeloovigheid met bittere teleurstelling werd gestraft...."

"Dat's gezegend dat gij dit zoo inziet, Leo!" viel zij in, gelukkig weer in haar ouden gemeenzamen toon; "want al wilde ik het beproeven, ik zou het toch niet kunnen volhouden; het strijdt te zeer met mijne natuur.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek