Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


"Ik mocht u immers wel een kistje sigaren meebrengen, generaal?" sprak hij, hem dit aanbiedende. "Ik weet zoo precies wat u graag rookt." "Wel zeker, beste jongen! Je doet er mij pleizier mee; men mag hier buiten wel wat provisie hebben. Wat zegt gij er van, Leo?" "Ik schaam mij, omdat ik zoo niets voor u wist te bedenken; maar later hoop ik mijne revanche te nemen."

"En van wien gij wel gelooven zult, Francis! dat zijne belofte van liefde en trouw hem diepe, heilige ernst zal zijn." "Ja, Leo! dat geloof ik van u. Gij zult noch een tiran, noch een slaaf wezen, en ik, dit moet ik u bekennen, ik zou nooit de slavin kunnen zijn van een man."

"Waarachtig niet! ik heb wat beters gedaan; ik heb Leo gewaarschuwd dat gij op het punt stond eene dwaasheid te begaan, die u onredbaar in 't verderf zou storten." "Een komplot! dat is het wèl wat van lieden van uwe soort is te wachten. 't Is genoeg! ik zie wel, dat ik op niets of op niemand meer rekenen kan dan op mij zelve, zoo weet ik wat mij te doen staat." "Stupid!

Ons behoeft men niet meer te onderwijzen maar wij moeten Marfoetka en Taraska , iets, al is het maar weinig, meedeelen van hetgeen wij weten. En nu, leef wel!" Leo Tolstoi heeft inderdaad beslist, dat de mensch, die gezegend is met verstand en zich verrijkt heeft met wetenschap, in de eerste plaats verplicht is diegenen ervan te doen genieten, die dat ontberen.

"Dan is die tegenzin in het huwelijk, die zucht om vrij te blijven maar een onvrouwelijke gril, een laatste verzet van Majoor Frans, die zich niet gevangen wil geven, en dan stel ik al mijne wilskracht, al mijne volharding tegenover die weerbarstigheid." "Plaag mij niet met uwe volharding, Leo! want gij zoudt mij slechts pijnigen, zonder mij te verzetten.

Ik volgde met het oog hare aanduiding en zag, toen wij van de heide afstegen, een ouden stompen toren zonder spits; de ruïne van het middeleeuwsch kasteel, dat men ter zijde had laten liggen toen men het nieuwe ging opbouwen, vertelde Francis. Daarop hield zij mij even staande. "Luister, Leo! ik heb nog een en ander met u te spreken eer ik u binnenleid.

Ook onder de lijfeigenen van den Bisschop werd over het geval gesproken, en allen koesterden innig medelijden met hun jongen meester, die onder den ruwen Frank ongetwijfeld een zwaar lot te verduren had. Een van hen, Leo genaamd, die als kok in de keuken van den Bisschop werkzaam was, begaf zich naar zijn heer, en stelde hem voor eene poging te wagen, om Attalus uit zijn slavernij te verlossen.

"Gij hebt gelijk, Leo! ik zal uw raad volgen, ik zal aannemen. Nu behoeft mijne fierheid niet langer te strijden tegen mijn hart. Nu behoef ik geen huwelijk aan te gaan door den nood opgelegd, en zoo ik mij een echtgenoot kies, zal niemand mij verdenken dat ik mij uit belangzucht gewonnen gaf!

Ik begon nu zelf verlegen te worden met mijne houding; ik kreeg de gewaarwording van iemand die een kapel wil vangen, maar die te hard heeft toegetast en een vleugel in de hand houdt. Vooral toen zij eindelijk haar zwijgen verbrak; want het klonk als eene klacht; meer nog dan verwijt, wat zij mij toevoegde: "Deze vlijmende ironie gaat dieper dan gij vermoedt, Leo!"

Ik had hem, gij herinnert het u nog wel, Leo! wat al te hard de waarheid gezegd over zekere zwakheden, en nu, op zijn verjaardag, wilde ik daarvoor boete doen en hem eene verrassing bereiden, die wel doel getroffen heeft; grootpapa was er bewogen door, en Rolf, goede ziel als hij is! heeft er het zijne toe gedaan; hij is er voor naar de stad gereden en wij hebben het samen in stilte gepoetst.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek