Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Bij de toelichting van dit amendement werd opgemerkt, dat het Duitsche voorstel, indien het ongewijzigd werd aangenomen, eene onbillijkheid in het leven zou roepen.
Ik voelde dat ik dwaas en onrechtvaardig was en toch kon ik over die dwaasheid en onbillijkheid niet zoo geheel zegevieren, of zij had er iets van kunnen bemerken. "Leo!" sprak zij, nadat wij eenige minuten zwijgend naast elkaar waren voortgegaan.
Hij verklaarde voor zich zelven, dat er geen evenwicht bestond tusschen het nadeel dat hij berokkend had en 't nadeel dat men hem berokkende; eindelijk besloot hij, dat zijn straf wel is waar geen onrechtvaardigheid, maar zekerlijk een onbillijkheid was. De toorn kan soms dwaas en ongerijmd zijn; men kan ten onrechte vertoornd wezen.
Die is zeer eenvoudig: de freule is naar de mode; en al wordt zij tachtig jaren, zoolang zij dansende blijft, zal zij uit routine gevraagd worden; die meisjes daarentegen zijn met al hare bevalligheden en verstand weinig bekend, en daardoor minder in trek. O! zoo ik slechts jongere beenen had, hoe gaarne zou ik die onbillijkheid goedmaken! Hoe beminnelijk ziet Marianne er uit!
Maar de Magistraat is een hoop stoflikkers, en er moesten heel andere menschen aan het roer zitten," voegde hij er bij, den neus optrekkende en de borst hoog zettende. "Ik zie de onbillijkheid nog niet in, daar gij van spreekt," zeide zijn buurman: "betaalt gij meer, gij geniet ook meer: en Haarlem is sedert dien tijd ook wel eens zoo groot geworden." "En eens zoo arm, moogt gij er wel bijvoegen.
Ook zonder deze uitingen was Elinor reeds genoegzaam overtuigd van de onbillijkheid in haar oordeel over anderen, waartoe haar zuster dikwijls werd verleid door de prikkelbare verfijning van haar eigen geest, en het overdreven gewicht dat zij hechtte aan de kiesche vooroordeelen van een sterk ontwikkeld gevoelsleven en de bekoring van uiterlijke wellevendheid.
Het is m. i. eene groote onbillijkheid dat een declamator, die dikwijls even volle zalen trekt, elk tooneelstuk zonder toestemming des schrijvers mag gebruiken, terwijl een tooneelgezelschap verplicht is het opvoeringsrecht te eerbiedigen. Practische bezwaren tegen de invoering van een uitsluitend recht van voordracht zijn m. i. niet in te brengen.
Hierover is reeds, naar ik meen, genoeg gezegd; de bewering b.v. dat schrijvers van tooneelstukken en componisten, indien hun uit- en opvoeringsrecht erkend wordt, een dubbel recht zouden genieten, hetgeen dan eene onbillijkheid zou zijn tegenover schrijvers van stukken, die niet voor opvoering vatbaar zijn , vindt in het voorgaande reeds voldoende weerlegging.
Maar ik weet bij ondervinding, wat mijn advokaat steeds herhaalde, namelijk, dat het stiptste recht soms de onbillijkheid zeer nabij is. Ik zou niet willen dat onschuldigen den last van feilen moeten dragen, die zij niet begingen!.... Daarenboven, ik ben alleen op de wereld en het graf reeds nabij.
Haar onbillijkheid en haar levendig besef, dat zij aan zijn willekeur was overgegeven, verdroot hem; zij noodzaakte hem tot verdediging en afwering en dan, door haar ongerijmde, beleedigende uitvallen getergd, wond hij zich op en zeide haar dingen, die beter waren niet gezegd te zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek