Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Het eerste gedeelte van hun zwaren arbeid was volbracht; en zij verademden even en dronken weer een borrel uit de flesschen die de boer voor de zooveelste maal van de hoeve had gehaald. Zij waren nog niet dronken, maar enkelen toch begonnen vreemd te doen. Irma Pese had van Vaprijsken een gevulde pijp gekregen en rookte met gulzige smakken, veel te gauw, als een kwajongen vóór hij rooken kan.
En voor het overige, ik heb me als kwajongen laten doopen om te kunnen vechten, het komt er voor mij zoo precies niet op aan! Herinner je jezelven dien tijd nog wel eens, Marten?" "Ja, nog dikwijls Witte, nog dikwijls!" "Wie had dat ooit gedacht, dat wij het zóó ver brengen zouden! Ik denk nog dikwijls aan een van jou goede kameraads, die met jou gelijk naar zee ging! Hoe heette hij ook?
Kijkt, jongens, ik en ben geen profeet, maar ik zie er in, dat diezelfde Michiel De Ruijter, die een kwâjongen moet geweest zijn zoo groot als er ooit een geleefd heeft, een Ammiraal zal worden zoo groot, dat hij den roem van onzen Marten in de schaduw zal zetten. Die man heeft alles wat een jong man hebben moet om eens een groot man te kunnen worden.
"Jawel; maar als hij nu eens een kwajongen wordt, als zoovele anderen, wat dan?" "Hoor eens, vrouw, daarvoor zal ik trachten te zorgen!" zei Balsem en ging weer naar zijn kleine apotheek om daar eenige medicijnen klaar te maken, die zoo op het oogenblik zouden gehaald worden. En hoe ging het met Willem?
De eerste keer dat zij een zestal van zulke biddende Ostiakken tegenkwamen, kreeg die kwajongen van een Sander het in zijn hoofd hen na te doen, door op zijne handen te loopen, achter- en voorover te duikelen, allerlei bokkesprongen te maken en te eindigen met eenen luchtsprong als een karper op het droge. Zijn vader maakte zich daar in het geheel niet boos over.
»Neen, neen! gij hebt goed geraden, ik ben de eigen kwajongen, waarmee je zoo dikwijls gevochten hebt en die menigen stomp aan je te danken heeft en jij misschien wel eens een blauw oog of een neusjebloed aan mij! C'est égal! c'est de l'histoire ancienne, sans rancune. Daar lachen we nu om, niet waar? en 't herdenken er van is pret, na al het andere wat we doorleefd hebben, vindt je dat ook niet?
Toonloos sprak-ie dezelfde woorden die-ie dien avond in de sneeuw tot Juda gezegd had 't leek 'm zoo simpel, zoo kláár, zoo 't éénige om je an vast te houen. "De Messias! De Messias!", zei Druif, hartstochtlijk-verwoed pratend: "wat doe jij met zulke namen in je mond, aap, kwajongen, freche vlegel!"
Dat maakt een kabaal, alsof ze hun drankje met goud betalen! Je weet toch wel, dat je het hier voor niemendal krijgt, en dat je dan zooveel praats niet hebben mag! Zeg, kwajongen?" "Maar, meneer, ik moet naar school! Ik...." "Houd je mond, straatbengel!" riep de booze apotheker en nam het recept aan van een vrouw, die dichtbij stond.
De heer Bruis voelde al zijn bloed naar 't hoofd stijgen; want het was de stem van den zesjarigen knaap, die zooras zijn vader de hielen gelicht had, natuurlijk was losgebroken. De heer Bruis draaide zich naar alle kanten om, ten einde den kwajongen te vinden, maar hij zag hem niet. Echter kon hij niet nalaten eene beweging met zijn bamboes te maken, alsof hij hem een duchtigen slag toediende.
Alvorens naar zee te gaan of beter alvorens de groote tochten te ondernemen, was hij een stoutmoedige kwajongen geweest, die zich onledig hield met in de fjords de nesten der watervogels uit te halen of mede hielp aan de vangst van die ontelbare visschen, die gedroogd zijnde, als stokvisch in den handel komen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek