Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


"Hier," zei hij, "Moeder stuurt wat voor den zieken man en voor u." "O, ben jij daar, Dik? Kom, dat is braaf van je, m'n jongen. We hadden bijna geen kruimel meer in huis. Wel bedankt, mijn lieve jongen, wel bedankt. Zie eens, Willem, God heeft ons nog niet verlaten. Nu kun-je wat versterkends krijgen, m'n arme tobberd." "En jij ook, Kee," zegt de oude man.

Flipsen en zijne vrouw gingen weer aan den arbeid. Maar nauwelijks waren ze bezig, of..... "Rikketik, rikketik, rikketik!" klonk het weer. De veldwachter vloog overeind, greep zijne pet, en stoof naar de voordeur. "Wie is hier?" schreeuwde hij. "Kun-je niet behoorlijk aan de deur tikken, in plaats van aan de ramen? Nu, kom dan voor den dag! Waar blijf je dan toch? Wat moet je?"

Je gaat naar huis, zeg ik je. Dat geld kun-je van mij wel krijgen, begrepen? Je ouders kunnen je niet missen." De molenaar keek Dik aan en knikte hem nog eens met eene krachtige beweging toe. Hij had al veel meer gesproken dan hij gewoon was, en meende er verder ook geen woord meer over te verspillen. De zaak was afgedaan, naar hij meende.

God, ik weet niet, wat kun-je nou vooruit zeggen van je leven? De wereld is zoo reusachtig, en zoo gecompliceerd;... ik zal maar afwachten; er zal natuurlijk wel ergens iets voor me te doen vallen." Er flitste weer even dat vreemde, onrustige licht door z'n oogen, dat Go al meer keeren opgevallen was. "Wat doe-je raar met je oogen Hans!"

Fulco beefde van af keer en ergernis. Wat een ellendig schepsel! "Neen, Peer, niets van dien aard wordt er van je gevergd. Dat kind willen we alleen in onze macht hebben, om als gijzelaar te dienen. Vianen weet dan, dat het leven om leven gaat, als hij dan IJselstein nog durft dooden. Kun-je me dat kind in handen spelen?" Peer dacht een oogenblik na. "Beter dood dan levend," zeide hij eindelijk.

"Kun-je toch ook naaien?" bewonderde Eduard. "Ja, natuurlijk. Dat kunnen wij, vrouwen, allemaal, om de inferioriteit van ons verstand wat goed te maken; is 't niet, Beerenstijn?" "Ik stel 'n vrouw, die goed naaien kan, hooger, dan 'n zoogenaamde geleerde." "Maar als ze nu allebei goed kan, zooals Go," drong Gerard.

Heb-je 't in de ingewanden, goede vriend? Of heb-je pijn of ben-je ziek? In een oogwenk ben-je zoo gezond als een vischje. Kom, draal niet langer, 't kost maar eene kleinigheid, en, kun-je niet betalen, dan kost het je niets, totaal niets! Kan het nog mooier? Wat, blijf-je nog staan? Durf-je niet? Dan zal ik het nog beter met je maken.

"Nu kun-je toch 's zien, hoe verworden we zijn. We zijn zoo aan vork en lepel gewend, dat we niet eens meer zonder kunnen eten. Hoe deden de ouden 't nou?" "Ik denk niet, dat die verzakte taarten met room en confituren aten." "De algemeene invoering van de vork is nog niet eens zoo heel lang geleden," leeraarde Gerard; maar Coba juichte: "Ik weet 't.

"Dat heeft u zelf gezegd." "Nu jongen, een hit kun-je toch ook opeten!" riep Dik terug. "Maar ga nu slapen, en laat je geluid niet meer hooren." Jantje zweeg. Hij was verdrietig, omdat hij geen mooien tol kreeg, of een zak met knikkers. "Iets lekkers, bah, wat heb-je daar nu aan?" dacht hij. De koele nachtlucht had hem huiverig gemaakt, en de warmte van het bed deed hem behaaglijk aan.

Geef dat pak slaag dan maar aan hem, en als je niet genoeg hebt, kun-je nog meer krijgen, begrepen? En dien Dik zal ik het zelf ook nog wel eens betaald zetten, beloof hem dat maar." Nu, dat was niet noodig, want Dik had alles gehoord. "Die lafaard!" zei hij tegen de andere jongens, die, toen de veldwachter in huis gegaan was, weer uit hunne schuilhoeken te voorschijn kwamen, "die lafaard!"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek