Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 oktober 2025


Men vroeg mij of ik doorreisde naar Dalen, en ik kreeg toen een koetsier en stolkjaerre, die mede doorgingen tot die plaats. Die koetsier was een gezellige prater, en zijn paard was uitstekend; de dames en heeren met wie ik sedert twee dagen gereisd had, waren reeds vertrokken, zoodat ik, in de hoop hen in te halen, in mijn schik was met dit flink span.

Dat was me al meer opgevallen, een tramconducteur hoort ook gaarne monsieur, ze laten dit spoedig merken; en wanneer men den koetsier van eene car alpin of gewone diligence maar altijd met monsieur aanspreekt, dan behoeft de fooi later nog niet eens zoo heel ruim te zijn, om op voorkomendheid, ook aangaande het overwicht van den koffer te kunnen rekenen.

Willem de grijze koetsier weet niet hoe het komt, maar 'tgeen hij gevoelde, dat heeft hij nog nooit gevoeld. Hij zou niet weten wát te antwoorden indien men hem vroeg of hij nóg gaarne zou meegaan om het graf van dien grooten Keizer te zien.

Het was na lange en vermoeiende nasporingen, dat ons reisgezelschap eindelijk van een dier gelegenheden, die zich van zelve voordoen, kon profiteren. Een koetsier van Rastadt bood zijne calèche aan, om het zestal van Heidelberg naar Baden-Baden te voeren voor omtrent denzelfden prijs, dien men voor een postrijtuig betaalt.

Vervolgens gingen zij in Oviédo wonen, waar zij genoodzaakt waren eene betrekking te zoeken: mijn moeder werd kamenier en mijn vader koetsier. Daar zij niets anders bezaten dan hun loon, zou er waarschijnlijk van mijn opvoeding niet veel zijn terecht gekomen, indien ik in die stad niet een oom had gehad, die kanunnik was. Hij heette Gil Perez. Hij was de oudste broer van mijn moeder en mijn peet.

Toen dacht ze er pas aan haar handschoenen en hoed af te doen en naar Jozef te kijken, die stil in de kamer was komen staan, zijn hoed in zijn eene hand, de andere in zijn broekzak frommelend, waar zijn beurs, waaruit hij den koetsier een fooi had gegeven, maar niet plat wilde liggen. Als vader zich maar geen ziekte op zijn hals heeft gehaald, zeî ze tot Jozef, nu weêr wat kalmer.

Er waren drie plaatsen op zijn bank, waarvan er twee meestal door een groenteboer of paardenkoopman werden ingenomen En dan begon de schommeling van twee en een half uur, terwijl de eene buurman pruimde, kwijlde en spoog, de andere met den koetsier samen zijn gemeene tabak rookte.

"Vergeet niet!" zeide hij en wees naar het geopend venster achter den koetsier. Hij stond op en haalde het venster omhoog. "Welk een ongepastheid heb je dan gevonden?" herhaalde zij. "De uitbarsting van vertwijfeling, die ge bij den val van een der ruiters niet kondt verbergen." Hij wachtte op een antwoord, een tegenstand. Maar zij zweeg en staarde voor zich uit.

De koetsier, de palfrenier en de staljongen beefden en staarden; de een bracht water, de andere een kom, en die lummel van een huisknecht iets anders, dat ik maar niet noemen zal; in zijne onbekooktheid, had hij maar het eerste het beste gegrepen, dat hem voorkwam bruikbaar te zijn. Zijn ijver op prijs stellende, wenkte ik hem toch om maar weg te gaan.

"Welnu!" hernam de grijsaard: "laat dan mijn muilezel oprijden; want ik verlang hartelijk uit dit ongemakkelijke rijtuig te zijn: laat een uwer, die het beste paard berijdt, afstijgen en het aan dezen edelman geven, die zich te onpas heeft genoodzaakt gezien, voor koetsier te spelen.

Woord Van De Dag

vetgebruik

Anderen Op Zoek