United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vlak daarachter walst de groenteboer met de dienstmeid van den grooten kruijenier. Wonderlijk eerbiedig houdt-ie d'r op 'n afstand. Hij danst in hemdsmouwen. An de ellebogen zijn nieuwe stukkies ingezet. Z'n handen liggen teederlijk gespreid op de schouderbladen van de meid.

Luilak is de Zaterdag vóor Pinksteren, maar oorspronkelijk degene, die dien Zaterdag, dien schoonen meidag, te lang slaapt. Te Amsterdam moesten alle laatkomers trakteeren: de ambachtsgezel, die 't laatst in de werkplaats, de groenteboer, die 't laatst aan de markt, de schooljongen, die 't laatst op school kwam.

De groenteboer duwt zijn schuit voort, beladen met groenten, vrachten of bloemen, zooals hij in Frankrijk zijn ezeltje of zijn karretje leidt. Te Amsterdam hebben de verhuizingen te water plaats; melk, bloemen, hout enz. worden eveneens zoo vervoerd en aan de eene gracht heeft men de markt voor het eene, aan de andere gracht die voor het andere product.

Ja Mathilde had ook, nog half in slaap, dien morgen al luide stemmen gehoord aan de deur. Dat was dát zeker geweest. Marie zeide daarna, dat de melkvrouw altijd zoo vroeg kwam, en dat Jans hierom altijd zoo boos was. De groenteboer was een beste man. Om nadruk op iets te leggen, sprak Marie ook vlak in Mathildes gezicht, met de pas gedronken koffie in haar stem.

De groenteboer duwt zijn schuit voort, beladen met groenten, vrachten of bloemen, zooals hij in Frankrijk zijn ezeltje of zijn karretje leidt. Te Amsterdam hebben de verhuizingen te water plaats; melk, bloemen, hout enz. worden eveneens zoo vervoerd en aan de eene gracht heeft men de markt voor het eene, aan de andere gracht die voor het andere product.

Scheef op z'n kop stond een rouwhoogehoed, die 'm te klein was. Z'n gekleede rouwjas met tressen hatti dicht geknoopt. 't Ding was veel te nauw en barstte haast open en zat vol malle plooien om z'n ribbekast. "Jonge," zegt Hein, "wat ben jij een fijne man geworden." Meteen dragen ze, Goddank, den dooien groenteboer z'n deur uit.

Onder deze man-namen zijn er eenigen, die thans niet meer in dien form in het hedendaagsche nederlandsch voorkomen, al zijn ze nog als geslachtsnamen bewaard en in gebruik gebleven. By voorbeeld speckman voor varkensslachter; coolman voor groenteboer of warmoezier; brandewijnman, dunnebiersman, enz.

Zij zat in een grooten stoel dicht bij het kleine kacheltje en zij tuurde uit het raam en vermaakte zich een weinig met de leveranciers te volgen, den slager, den groenteboer, den melkboer, die aan huis na huis belden; zij vermaakte zich een weinig met de meiden, die open deden: een dikke, roode in die deur, en een lange, magere in die deur, terwijl de deur verder door een juffrouw werd geopend, met een zwarten boezelaar en een vuil kanten mutsje.

En Wim ook. Tot straks." Zij glimlacht. Wat zal hij straks zeggen, als hij hoort, dat Wim nog altijd slaapt? Tot elf uur ten minste. Neen, tot kwartier over elven.... Dus is hij in de kamer geweest. En zij heeft het niet eens gehoord! Misschien heeft ook de meid in huis gestommeld en de brievenbesteller hard aangescheld, evenals na hem de melkboer, de bakker, de vleeschhouwer, de groenteboer.

Op een dag loopti door de Pietervlamingstraat en daar ziet i 'm, als kraai verkleed. Hein, die één maal geexposeerd had: "Portrait d'un jeune homme poitrinaire et syphilitique," theosofisch "opgevat." Er moest een groenteboer begraven worden. De kraaien stonden op de kleine steentjes te wachten, ze hadden parapluies bij zich, Hein ook. 't Was druilerig weer.