Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
En nu lag daar het lijk niets dan vleesch en bloed maar zulk vleesch en zooveel bloed! Hij stak licht op, maakte vuur aan en wierp den knuppel er in. Aan het hout kleefde haar, dat in de vlam omhoog werd geblazen, als lichte asch neerviel en door den luchtstroom den schoorsteen in dwarrelde.
Men zag handen, waarop bloed kleefde; 't was een schrikkelijk, oorverdoovend geraas; tevens een schrikbarende stilte; er waren open monden die schreeuwden, andere open monden die zwegen; men was in rook, misschien in nacht. Men waande de akeligheden van onbekende diepten aanschouwd te hebben; men ziet iets roods op de nagels. Men herinnert zich niets meer.
Wie was deze bandiet, in heilige vereering eener maagd, over welke hij waakte, welke hij opvoedde, bewaarde, achtte en welke hij, onreine, in reinheid hulde. Wat was deze modderpoel, die deze onschuld zoodanig vereerde, dat er zelfs geen smet op kleefde? Wie was deze Jean Valjean die Cosette had opgevoed?
Zijn wezenlooze trekken schenen daardoor nog slapper en onaangenamer; 't weinige rosachtige haar kleefde vochtig aan zijn voorhoofd en slapen, en de rimpelige hals was nog meer in de schouders gezonken dan anders. Met het licht in de hand stond vrouw Juttner voor het armoedige bed; zij fronste de wenkbrauwen en haar mond vertrok zich minachtend;
Maar de groote romanschryver die liever boeide door kunstige rangschikking van kleuren dan door grofheid van kleur, achtte het beneden zich zyn penseel te doopen in al het slyk en in al het bloed dat er kleefde aan den onwaardigen gunsteling van Elizabeth.
"Heb je biefstuk meegebracht?" "Ja." "Waar is ze?" "Hier." Lou haalde de biefstuk uit zijn zak. Ze was warm geworden en kleefde an 't papier. "Die kunnen we zoo niet eten!" "Wel zeker. Hou ze maar even onder de leiding." "Blijf jij dan bij het paard." Ik begon de biefstuk te bakken. Wat vet en boter in de omeletpan op het gaskomfoor. Het rook lekker.
Op hetzelfde oogenblik, bedacht hij, dat het bloed van zijn broeder aan zijn hand kleefde, en hij peinsde in zichzelf: "Beter is het te sterven dan te leven. Misschien is dit wel God's wil, dat hij mij dooden zal. Doch mij is bevolen, Noordwaarts te trekken." Hij ging verder en zonder aarzelen liep hij den vreemden ridder tegemoet. Hij verwachtte, dat het zwaard hem door 't hart zou gaan.
Het kroos plekte op z'n kleeren en kleefde aan z'n haren. Klaas stak hem een hand toe, en trok hem tegen den graswal op. Het water droop den jongen overal uit; geen wonder, hij was kopjen onder geweest. »Daar staan we nu«, zei meester. »Wat nu?« Ja, wat moesten ze nu doen? De een keek den ander aan, maar niemand wist het. Zoo stonden ze rondom den druipenden drenkeling heen.
Hij ving de druppels in zijn kleine fez op, en als hij meende er genoeg bijeen te hebben, om echt te kunnen smullen, dan keerde hij de muts binnenste buiten, en belikte de bedruppelde plek zoolang er nog iets van te halen was. Was het vet, te veel naar zijn zin, in de roodwollen muts gedrongen, of kleefde het er te vast aan, dan weerde hij zich dapper met zijn tanden.
Tegen de lage muren kleefde groene schimmel; sporen van slakken glinsterden in het licht, maar alles was stil als het graf. »Wat denk je wel?« zei de Jood, toen zij weer in de gang waren. »Behalve wij is er geen schepsel in het heele huis, uitgezonderd Toby en de jongens en die zitten veilig. Kijk maar!«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek