Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Ik kon ze niet zien, omdat zij beneden de hoogte waarop ik lag, zaten; maar ik hoorde ze, en kende hun stem. Dat waren dus de personen, tegen wier vijandschap wij ons te verweren hadden. Hun kleeren dropen van den regen en er kleefde zooveel koornveegsel aan, dat zij nauwelijks te kennen waren. De eerste, dien ik hoorde, was de Miridiet.
Maar hoe dan ook, de Groote Dichter reed stellig bij voorkeur met een aardig snoetje, die een mooie, bruine pels en een toque met paarse viooltjes droeg; de Groote Schilder, die lang en mager was, scheen zijn keuze te hebben gevestigd op een mollig, frisch wezentje met appelronde en roze wangen, en de Groote Musicus, vrij kort en dik van figuur met fladderende krullokken, zooals een musicus betaamt, kleefde vast aan een lang-opgeschoten, mager meisje, zeer elegant, maar ietwat stijf en stroef in haar bewegingen.
Toen hij echter met treuren en weeklagen ophield en zijn oud lichaam weer wilde opheffen, kleefde hij vast aan die fijne kleeren als de klimop aan een laurierspruit, en 't werd eene verschrikkelijke worsteling: hij toch wilde zijne knie opheffen, maar zij hield hem vast, en als hij zich met geweld wilde losrukken, scheurde hij het grijze vleesch van zijne beenderen af.
Het been lei bloot in de kerving van 't stukgehouwen vleesch, met weekroode vezels en propprige aêren het haar, met zwart-roode klonten, kleefde de scheur om die rustig braakte het purperen bloed, bloed dat het oog overgutste, in snor en baard mokkende sloop, bloed dat drupte met goedigen, luidloozen slag in den plas, waaromheen de hard-plompe schoenen stonden in vluchting.
Haar vader had het geld van anderen genomen. Toen de prefect weg was, ging zij naar haar vader. "Gij zijt schuldig!" zei ze tot hem. "Ge kunt doen wat ge wilt maar ik kan u niet meer helpen." O, zij had niet geweten wat zij zei. Zij was altijd zoo trotsch geweest. Zij had niet kunnen dulden, dat er een smet op haar naam kleefde.
Toch wisten we dat er wat inzat, want ik toonde mijn boschvriendje, tot zijn groote verbazing en verrukking, een kort grijs haar met een zwarte punt dat aan de rotsen kleefde. Toen gingen we nog omzichtiger heen dan we gekomen waren. "Misschien is 't een waschbeer," vertelde ik het schuwe kind, "want dat zijn slaapkoppen, die den heelen dag dutten.
»En keurt mama Sib mijn meening niet goed?" »Ten volle." »Welnu," voegde zij er bij, terwijl zij aan ieder hunner een zoen gaf, »gij moet mij toch toegeven, dat ooms, die mij zoo'n man wilden doen huwen, een wonderlijk denkbeeld gekoesterd hebben." Beiden ontkenden het niet. Alles wel beschouwd, was het een overheerlijke spelevaart, waaraan slechts het gebrek kleefde van te kort te duren.
Zijn oogen waren dicht, zijn haar kleefde aan de slapen, als gedroogde penseelen in roode verf; zijn handen hingen als dood neder, zijn leden waren koud en aan de hoeken der lippen was gestold bloed. In den strik van de das lag een bloedklomp; het hemd was aan de wonden gekleefd, het laken van den rok schaafde de gapende wonden en het vleesch.
De burgemeester stond voor zijn open raam; hij was in zijn overhemd met manchetten en droeg een keurige doekspeld; hij was zeer glad geschoren, hetgeen hij zelf gedaan had, en toch had hij zich een klein sneetje toegebracht, maar daarop kleefde een stukje krant. «Hoor eens, kleine!» riep hij.
Met een schrik, schokkend en trillend ontwaakte ik en keek op mijn horloge. Onbegrijpelijk! 'k had nog geen kwartier geslapen. Mijn gelaat droop van 't zweet, mijn kussen had een natten indruk van mijn hoofd gekregen en mijn goed kleefde me letterlijk aan 't lijf. Weg dus met alles w
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek