United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot mijn spijt zag ik hoe verschillende buiten menschen, argeloozen en onnoozelen evenals ik, er in liepen en twee kwartjes betaalden; derhalve zei ik aan Klaas dat hij op de beurs aan iedereen mijn ongeval moest vertellen, opdat men zich zoo veel mogelijk voor schade wachten kan.

Dat komt zeker, omdat ik een psalm gehoord hebZoo ging hij dan naar de rivier toe, die diep en breed was, wierp er den zak met den ouden veehoeder in en riep hem achterna, want hij dacht immers, dat de kleine Klaas er in zat: «Blijf daar nu maar liggen! Nu zul je mij niet meer beet hebben

Je behoeft me juist geen vodden te brengen, jongens. Ik kan wel hemden, broeken, borstrokken en andere kleedingstukken ook gebruiken. Er zijn menschen genoeg, die hun wasch den geheelen nacht buiten laten liggen. Ha, ha, ik zeg, als je maar slim bent en er voor zorgt, dat de menschen je niet zien..." "Maar dat is stelen," zei Klaas Zwart. "Ja," zei Frans, "dat is stelen."

Toen Klaas terug in de hut trad, sprak hij tot Soetkin: Vrouwe, 't is toch wreed een zoo jongen knaap tot zulke strenge straf te veroordeelen, en dit voor eenige lichtzinnige woorden. Gij weent, man, sprak Soetkin; gij bemint hem meer dan ge wilt laten blijken, want daar berst gij uit in mannelijke snikken, die de tranen van den leeuw zijn. Maar hij antwoordde niet.

Toen hij daar nu in den nacht zat, ging de deur open, en nu trad de groote Klaas met zijn bijl binnen. Hij wist wel, waar het ledekant van den kleinen Klaas stond, ging daar regelrecht naar toe en sloeg diens grootmoeder voor het hoofd, daar hij dacht, dat het de kleine Klaas was. «Ziezoozeide hij. «Nu zal je mij niet meer beethebbenDaarop keerde hij naar zijn huis terug.

Zoo begaf zich ook, in den namiddag van zaterdag, 13 Januari, nadat hij met zijn gezin het sober maal had gebruikt, de visscher Klaas Bording met zijne beide zonen Klaas en Jakob naar het ijs, om zijn geluk te beproeven. Men had er op gerekend, een gedeelte van den nacht op het ijs door te brengen en den noodigen proviand medegenomen: een ketel koffie en twaalf sneden roggebrood.

"Heeft u dien ook gekend?" "Nog beter dan Klaas, meneer! Hij was een jaar of zeven in Amerika, toen de andere stierf. Ja! dat was een werkezel! Jammer, dat hij zoo'n teringachtige vrouw had en geen kinderen."

«Nu, het paard heb ik goed betaald gekregenzei hij bij zich zelf, toen hij te huis in zijn kamer al het geld op een hoop uitschudde. «Dat zal den grooten Klaas ergeren, als hij verneemt, hoe rijk ik door mijn ééne paard geworden ben; maar ik wil het hem toch niet met ronde woorden zeggenNu zond hij een jongen naar den grooten Klaas toe, om van hem een schepelmaat te leenen.

Uilenspiegel antwoordde: Alle dekenen, parochiepapen, geestelijken, kosters en andere hooge en lage zotskappen, die ons allerhande domheden willen doen slikken. Was ik een noeste arbeider geweest, dan was ik voor drie jaar mijn dagloon bestolen, met hunne bedevaart. Maar 't is de arme Klaas, die betaalt.

Heb ik niet gezegd dat er eene verrassing wezen zou, riep jufvrouw Laps. Lees jy nu maar op, Klaas! Er zyn er zeventig, mynheer ... zeventig weduwen! Lees nu maar op, jongen!