Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Zie, de deur der ziekenkamer staat op een kier. Met bonzend hart en op de toonen zachtkens voorwaarts komend, doet ze een schrede in de richting dier kamer ... een tweede ... een.... Neen, eensklaps deinst ze terug: "Laat los! Hoor je niet, los!" roept Donerie weder; en akelig klinkt zijn hijgende stem: "Zij is de mijne! Ha! Op de voorkamer is ze.

"Ga toch eens kijken," zei ze tegen eene van de hofdames, "wie daar zoo laat nog klopt." Toen nu de hofdame, half bang, de deur maar op eene kier deed, rolde Paul vlug een' van de gouden appels naar binnen, die hij vroeger van haar gekregen had. Van schrik liet de hofdame de deur weer in het slot vallen en vloog naar de prinses.

Dit kon echter alleen, als beide knoppen dicht bij elkaar waren. Daarna schelden we aan. We hoorden een der bewoners door de huisgang loopen, de deur naderen, het slot openen, trekken. Maar de deur kon niet open. Zelfs geen kier. Al naar zijn temperament begon nu de bewoner te vloeken of te smeeken. In 't laatste geval sneden we nog wel eens het touw door.

»Hou je mond lieverzei Sikes met een dreigenden blik. »De kamerdeur staat immers open?« »Wijd openantwoordde Toby, nadat hij naar binnen had gekeken om zich te overtuigen. »De mop daarvan is, dat zij hem altijd op een kier open laten; dan kan de hond, die in de kamer slaapt, de gang in loopen als hij wat hoort. Ha! ha! Barney heeft hem vannacht weg weten te lokken. O zoo netjes

Hij kwam met stralende oogen naast Belzemien geschoven, en eensklaps riep hij uit, terwijl hij snuffelend zijn neus over het briefje boog: O! en fijn dat 't riekt! Riekt toch ne kier! 't Es percies lijk van die goeje ziepe!" Belzemien drukte 't papier tegen zijn scherpen neus. 't Es woar, 't es woar, glimlachte hij: percies van die fijne, goeriekende ziepe."

Francis liet ons samen, om haar zijden japon te verwisselen met een négligé. Door de deur, die wij op een kier hadden gelaten, konden Rudolf en ik alles waarnemen wat er met den patiënt voorviel.

Zij waren samen naar de deur geslopen en keken zachtjes door de kier. Zij zagen Helle in zijn nachthemd rechtop in zijn bed staan, met een touwtje dicht aan zijn ééne kleine, warme oor. "Hallo!" klonk het opnieuw. "Is God thuis? Ja? Goed! Wel bedankt, maar maar vraag hem of hij niet iemand naar mij toe wil sturen, want ik verveel me zoo vreeselijk!"

Hij verzamelde al zijn kracht, hij wapende zich met alle kalmte, die in zijn natuur lag en die het leven en zijn werk nog in hem had versterkt en ontwikkeld. Toen hij zich half gekleed had, nam hij het licht mee om haar te gaan zoeken. Door de kamers viel een lichtstreep uit zijn spreekkamer; de deur stond op een kier.

"Hawèl joa, c'est ça!" riep Dons getroost. "We zille zondag komen en ne kier koarten tot dat we beu gekoart zijn." "Hawèl joa, c'est ça!" herhaalde Rozeke, hem als 't ware naar de voordeur drijvend. Hij stond nog even wat te gillen, buiten op den drempel, maar eindelijk was hij met Smul weg en Alfons en Vaprijsken maakten zich ook dadelijk klaar om weer naar 't veld te gaan.

De muts verdween, en de deur werd toegetrokken tot op 'n kier. Wie is daar? Wie ben je? snauwde hy. Ik ben 't Stakkervrouwtje. Ben je nog heelemaal naakt, jongeheer? Ik breng je je mussie... as jy 't bent, de rechte! Woedend rukte Wouter de deur open, en grimde de zonderlinge boodschapster aan ... 'n Heks, 'n ware heks!

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek