Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
Neen waarlijk, zij beoogde geen winst. Waarlijk, geen stuiver had zij begeerd of genoten boven het loon, 't welk haar in staat stelde om de noodigste behoeften en de huur van haar eigen kamertje te betalen. Inderdaad, alles was hier gebleven zooals zij het op die kamers gevonden had.
Wilt gij nog meer bekenden van onzen puikdichter zien, zoo wend uwe oogen eens eene verdieping hooger naar het echtpaar, dat in 't vierde kamertje van het tooneel af gezeten is. De man is de waterschout Nikolaas Van Buyl, de vrouw is Truitje Roemer Visschersdochter.
"Ik weet wel wat ik doen zal," antwoordde George en ging het kamertje weder binnen, om zijne pistolen na te zien. "Ja, ja," zeide Phineas, Simeon toeknikkende: "gij ziet wel wat er op volgen moet." "Ik zie het," zeide Simeon met een zucht; "maar ik bid dat het zoover niet komen zal." "Ik wil niemand met mij of voor mij in gevaar brengen," zeide George nu.
Terwijl Kruse verder ging en zijn toespraak in zich zelf voortzette, trad Abraham het kamertje binnen, waar hij Greta op haar gewone plaats midden in haar werk vond. "Je ziet zoo bleek, Grete! voel je je niet beter?" "Ja, dank je, veel beter; je medicijn smaakt niet lekker, maar ik vind, dat ik er sterker van word." "'t Is zeker wat bitter." "Och dat hindert niet; kom, ga zitten."
Wij traden in het smalle, donker gangetje en meneer Cathoen klopte rechts op een deur. Onmiddellijk werd die geopend en de oude vrijster, die mij in den vroegen namiddag had ontvangen, trad te voorschijn. Kom binnen, mevrouw en meneeren, kom binnen, noodde zij, nijgend en groetend. Wij volgden haar en kwamen in een kamertje, waar het bijna reeds gansch donker was.
Toen was het kamertje hem te klein geweest, de muren te kalkwit, het bed gevangenisachtig; jeuk was er in de vingers en gloeiing in de beenen.... vanavond wel de rest doen.... en naar beneden. In den steegschemer bij het hek van het Hôtel babbelde Jachjemed met Sarah de meid.
Te huis in het kamertje lag haar eenig dochtertje, een meisje van acht jaar, dat zeer fijn en teer was; sedert een jaar was zij bedlegerig, en het scheen, alsof zij niet kon leven of sterven.
Voor het beeld van de Moeder Gods lag ze snikkend op de knieën en smeekte om bijstand in haar groote smart. Dagenlang sloot ze zich in haar kamertje op, en zelfs de woorden van troost, die de vader haar bood, vermochten het ontzettende leed niet te verzachten. Nadat er weken verstreken waren, trad het bleeke meisje, op een dag het vertrek van den ridder binnen, kalmer dan voorheen.
Brittles, die met een kruik ale in zijn hand zat, bevestigde alles, nog eer zijn meerdere het gezegd had. »Blijf maar zitten!« zei de dokter met zijn hand wuivend. »Asjeblieft mijnheer,« zei Mr. Giles. »Mevrouw wou, dat ik wat ale zou schenken, mijnheer, en ik had niets geen zin om in mijn kamertje te zitten, mijnheer, en wou graag gezelschap hebben; daarom ben ik maar hier met de anderen.«
En de knaap bleef in dit huis; de vrouw leerde hem zelf naaien; hij at goed, hij sliep goed, hij werd vroolijk en begon Bellissima zoo heette het hondje te plagen; de vrouw hief den vinger dreigend naar hem op, beknorde hem en werd boos. Dat ging den knaap aan het hart: in gedachten verdiept, zat hij in zijn kamertje.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek