Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
Een edelman verlaat zijn land, leeft van het handwerk van zijn dochter, die zonder het zich te bekennen wacht tot haar minnaar haar vindt en komt halen; in bedekte armoede, op een hoog kamertje. Hij komt op een middag binnen, kon geen werk vinden. Hij mag nochtans niet treuren. Hij schudt het hoofd en doet wat zijn dochter hem verzoekt.
Doch hij moest mede naar het hooge kleine kamertje en hij lag wakker dien nacht. Hij moest denken aan zijn vader en de lange wandelingen, die hij met hem maakte, als hij tien passen achter hem liep en zijn vader letters voor hem schreef in het zand. Hij moest aan de plaatsen denken, waar de viooltjes groeien tusschen het kreupelhout en aan de dagen, dat hij ze met zijn vader gezocht had.
In verrukking ging hij heen om de kaarsen en lampen uit te doen en te zien of alles in huis in orde was en de vensters gesloten waren. Eindelijk kwam hij in 't kamertje van zijn vrouw en bleef voor het Japansche naaitafeltje staan.
Ik wilde van morgen vroeg de paarden hebben en ging dus naar Tom's kamertje boven den stal, en daar hoorde ik hem in zijne eenigheid eene meeting houden; en waarlijk, ik heb in langen tijd niets zoo hartelijks gehoord als het gebed van Tom. Hij bad voor mij met een ijver die waarlijk apostolisch was." "Misschien kon hij raden dat gij stondt te luisteren. Ik heb wel meer van die streken gehoord."
God behoede u! maar hoor eens, kind, als gij morgen vroeg weer aspergies steekt, moet gij niet als vandaag de helft laten staan, anders moet ik er weder zelf voor zorgen, hoe zwaar het mij ook valt. Goeden nacht!" En toen was de oude vrouw weder alleen in haar kamertje.
Toen zij op het kamertje gekomen was, waar hij met zijne broeders sliep, legde zij vriendelijk de hand op zijn schouder. "Wel, Pieter, wel, Pieter!" zeide zij, "zou jij ons zoo willen verlaten?" "Of ik wil, Martha," antwoordde hij, terwijl er een paar groote tranen langs zijne wangen rolden. "Ja." "En mij ook?" vraagde Martha. "Welnu, ga dan maar mee naar zee." "Ik op zee?"
Men kon dat in de geheele stad niet vinden, en ook zijn kamertje moest eerst schoongemaakt en opgeknapt worden, waarom hij mij verzocht in de gelagkamer te willen blijven. Ik was daarmede zeer tevreden en steeg af. O wee! mijn voet was opgezwollen. Ik kon er niet zonder hevige pijn op staan en moest me stevig aan Osko vasthouden. Toen wij de gelagkamer binnentraden was daar niemand.
Ik zag haar zich bukken en in haar handen wat water scheppen, waarmede zij zich het gelaat waschte. Daarop strikte zij haar langen blonden haren in een knoop op het achterhoofd. Ongetwijfeld maakte zij haar toilet en meende zij in haar klein kamertje te zijn, op Zondagmorgen, als de klok vroolijk luidt.
Daar de arme gluiperd geene liefde voor anderen voelde, dorst hij de edelvrouwen niet aanspreken; toen ging hij naar een afgelegen hoekje, in een kamertje, met witte muren, slecht verlicht, waar hij gemeenlijk zijne lekkernijen at en waar een groote menigte vliegen waren, om den wille van de brokkelingen.
Wij spraken weinig, maar toch deed ik mijn best om een vriendelijk gelaat te toonen. Om halfelf wenschte ik vader een goeden nacht. Op mijn kamertje gekomen hoorde ik hoe hij als naar gewoonte, de reeds gesloten voordeur grendelde.... hoe hij in het geheele huis de ronde deed en de deur zijner kamer achter zich sloot.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek