Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Ik begreep toen ook, waarom de engelsche gezant mij, in een zijner brieven, zoo ernstig had gewaarschuwd geen koeien aan te randen of te wonden. Die waarschuwing had mij toen zeer verbaasd, en ik had daarop geantwoord met de stellige verzekering, dat ik, hoewel geen lid van de vereeniging tot bescherming der dieren, nooit in mijn leven eene koe eenig letsel had gedaan.

Wat zou ze doen, er wel ingaan of niet? Zooals een jonge koe die op de velden komt uit den stal, in 't voorjaar, duizelig in 't licht komt, en niet weet of her of der, en dan maar loopt rechtuit op ééne lijn, 't is ongewis nog in haar vasten kop zoo ging zij, die jonge arbeidster, dwars in het licht, het zilvrig witte dageslicht.

De bedienden en de buren, allen stormden bij het groote nieuws maar zonder bellen of kloppen de deur binnen, en de knecht, die er bij geweest was, toen Gustaaf door de koe op de horens genomen werd, zat op een' stoel bij de deur van blijdschap te schreien. Het kleine Zusje, dat Gustaaf niet goed meer kende, vroeg: "Maar wat heb je nu met de koe gedaan? waar is de koe gebleven?"

Hij schudde zijn reisgezellen wakker, en bracht ze bij de schuurdeur. Die was gelukkig alleen gesloten met een haak, dien hij gemakkelijk kon oplichten met een stokje. Hij zuchtte van verlichting bij de gedachte, dat ze gauw in veiligheid zouden zijn. Maar toen de schuurdeur luid knarsend openging, hoorde hij, dat een koe begon te loeien. "Kom je daar eindelijk, Vrouw," zei de koe.

Toen ik niets kon ontdekken dat mij de nabijheid van een of ander dorp deed vermoeden, luisterde ik met ingehouden adem of soms eenig geluid, het loeien van eene koe of het blaffen van een hond, een boerenwoning mocht verraden.

We moesten dus eerst naar Varses trekken en vrouw Barberin op onzen terugweg bezoeken; ik zou dan zeker mijn honderd gulden hebben en wij konden ons tooneelstuk: "De koe van den Prins" vertoonen. Den anderen dag maakte ik Mattia met mijn plan bekend, en deze verzette er zich volstrekt niet tegen.

Daar was aan weerszijden van elke koe een hoopje schoon stroo neergelegd, benevens een grooter stroobundel als peluw. De oude man zag met vaderlijken trots op zijn werk neer. Van Halen was er minder mee ingenomen: »Laat je Christenmenschen zoo maar tusschen het vee liggen?" vroeg hij ontstemd. »Het is hard genoeg voor de arme beesten. Zij hebben nauwelijks plaats om zich om te draaien."

Over enkele ziekten van het vee, voor zoo verre zij met ons onderwerp in verband staan, hebben wij in een voorgaand hoofdstuk reeds gesproken, maar zulk vlugtig overzigt mag liefst niet in de plaats treden van werken als de boven bedoelde. Tot de gebreken, waarvan de oorsprong meer in het bijzonder bij de koe moet worden gezocht, behoort in de eerste plaats het blaauwworden der kaas.

'k Heb daar gepeinsd in bedde, Doka, dat 't best ware als we de koe maar verkochten ... als ze toch niet kalven wil. En hij bleef half bevreesd om 't uitwerksel van zijn zeggen. Verkochten? herhaalde Doka, zoo toonloos dof en verstrooid en zij scheen diep te overwegen en tijd te vragen eer heur gedacht uit te spreken. Verkochten? Verkochten? zei ze nog.

Dit noemde men in onze landtaal: 't Horspil in de patele. Over de beteekenis van 't woord Horspil hebben de taalgeleerden getwist. V. Rooy vermoedt, dat Hors in het Oud-Vriesch eene algemeene benoeming van groot vee geweest zij, en dus zoo wel eenen os of eene koe, als een paard, beteekend hebbe.

Woord Van De Dag

flakons

Anderen Op Zoek