Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Hij kent vooral de middeleeuwsche chronijkschrijvers, en al de middeleeuwsche volkszangen door Bisschop Percy in zijne "Reliques of English Poetry" bijeengebracht. Hij doet het verschil der onderdrukte Saksische landbevolking en van den heerschenden Normandischen adel scherp uitkomen, en vermeit zich in het contrast van beider beschavingstoestanden.
»Wij kunnen niets anders doen dan wachten, lieve Hulda. Maar inmiddels zal het toch niet verboden zijn te trachten te weten te komen, wie die kerel is. Misschien kent mijnheer Helmboë hem. De eerste maal, dat ik naar Bambel ga, zal ik het hem vragen." »Maar, voorzichtig, Joël." »Ja, wees gerust. En als het noodig zal zijn, zal ik naar Drammen gaan.
Zooals de mythe van het wereldleven in den Zang der Wichelares eindigde met de verrijzenis der onverwelkbare nieuwe wereld uit de ineenstorting van de oude, zoo eindigen de tragische levens van Helgi en Svaba, Helgi en Siegrune, Siegfried en Brunhilde met het beginnende leven, dat geen einde kent. Bij mijn bewerking van de Siegfriedsage moet ik eenige verklaring voegen.
Op den middagdisch staan couverts voor onverwachte gasten gereed, en gaarne bespaart men zelfs aan doortrekkende reizigers, die men ter nauwernood kent, het onaangename rusten in ongemakkelijke logementen.
Zoo deedt ge uw eigen goeden naam te kort, En bracht de vlekk'looze eer van uwe vrouw Licht in 't bereik van achterdocht en laster. In 't kort: gij kent haar lang; haar schrand're geest, Deugd, leeftijd, zedigheid, staan alle borg, Dat er een grond is voor haar doen, hoe vreemd; En zij verantwoordt, twijfel niet, volkomen, Dat thans de deur voor u gesloten blijft.
Niemand weet zelfs dat hij vermoord zou worden, dan gij alleen, Toma! De bode sprong van schrik op. Gij kent mij dus? riep hij ontsteld. Ja, wel zeker, en die dáár kennen u ook! Ik zette den tulband en den bril af, en wees naar de deur waardoor Osko, Omar en Halef juist binnen kwamen. De man stond een oogenblik als versteend van schrik, want nu herkende hij mij. Ik moet weg! Spoedig weg.
"Een beetje dat zal ik u straks wel vertellen. Kent gij hem niet?" "Ik zie hem vandaag voor het eerst." "Nu, bekijk dan zijn baard eens goed, en zijn roode haar; en verneem bovendien, dat zijn naam Brinkley is." "Wat zegt ge! Dus is hij die roode Brinkley, die over de honderd schanddaden bedreven heeft, zonder dat men er hem één heeft kunnen bewijzen." "Dezelfde, sir! Ik heb hem herkend."
Deze russische dorpen gelijken zoozeer op elkander, dat wie er een gezien heeft, er honderden heeft gezien; hebt ge er twee verschillende gezien, dan kent gij ze allen.
"Maar Alexis Alexandrowitsch Karenin, mijn beroemden zwager, kent gij stellig wel, dien kent de heele wereld." "Ja, zie je! Ik ken zijn naam en roem van hooren zeggen; ik weet, dat hij een wijs, geleerd, godvreezend man is. Maar gij weet, dat is niet in mijn ... not in my line," sprak Wronsky.
»Ja,« antwoordde Oliver. »Ik heb niet onder een dak geslapen, sinds ik op weg ben.« »Maak je daar maar niet ongerust over,« zei het jongmensch. »Ik mot vanavond in Londen zijn, en ik weet 'n knappe ouwe meneer die daar woont, daar ken je voor niks slapen; die meneer zal je nooit 'n cent vragen ten minste als je bij hem wordt gebracht door iemand die hij kent. En kent hij mij niet? O nee!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek