Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


De kleuters worden opgetild, de grooteren klimmen op stoepen en karren, in lantaarnpalen, in boomen om toch maar goed dat lieve Kindje in haar witte jurkje en hoedje te zien. Ons dierbaar Prinsesje! De gansche stad jubelde nogmaals. Geen zanghulde, maar een onafgebroken gejuich van heel een bevolking klonk den gelukkigen Ouders tegen.

"Ik laat ze allemaal hier en ik ga ver weg; heel ver naar een groot dorp; en dan neem ik jou mee." "Dat kan niet, dat willen mijn vader en moeder nooit hebben." "Niet? Als ik een groote man ben? Dan trouw ik met jou en dan ga je mee!" "Prettig!" jubelde Jannetje en maakte een rondedansje op haar klompjes.

Zij vergat bij den aanblik dier schoonheid haar fieren trots, zij vergat, dat zij Paul anders wenschte dan hij was; alles jubelde in haar op, als met een stroom van hartstocht, dien zij niet meer kon beteugelen, daar hij bruisend opgolfde in hare ziel met krachtige, breede golven.

Als het oogenblik gekomen was, werd zoo luid mogelijk op de trompetten geblazen, de slagboomen vielen, en de paarden stormden vooruit, terwijl de menigte luide kreten aanhief, en in woeste opgewondenheid jubelde. De vijfde dag was aan de overwinnaars gewijd. Een knaap werd naar het heilige boschje gezonden, om met een gouden mes takken van een wilden olijfboom af te snijden.

Alleen plegen daar de muren witgekalkt of met een licht behangseltje overtrokken te zijn, terwijl wij hier zaten tusschen lichtbruin gebeitste houten wanden. Buiten speelden gouden zonnestralen door het jonge loover van eschdoorns en berken, een merel dichtbij, jubelde zijn blij-glanzend wijsje.

Wanneer zij tegenwoordig voor haar venster stond, en naar het Malieveld tuurde, dat, in de zachte Meizon, als met een geparel van dauwdruppelen schitterde, terwijl het geblaârte van het Bosch zich in teeder geelgroene tinten schakeerde, sloeg geen weemoed meer een nevel over haar ziel, maar jubelde die integendeel op.

Diens oude perkamenten gezicht was geheel opgeklaard en scheen verjeugdigd van vreugde. Het Aventuur van het Scaec komt weêr! juichte de Koning met krakende stem. Komt weêr! jubelde Gawein. Komt weêr! verwonderde zich Keye. Komt weêr! sopraanden de vrouwen er tusschen. Komt weêr! klonk, als de finale van een opera uit latere eeuwen, het koor der elf ridderen.

Haar hart was als een tempel, waarin altijd zachte orgelmuziek ruischte; maar in deze omgeving was haar geluk als verdubbeld en het orgel bruiste en jubelde. Duizend stemmen paarden er zich juichend aan in dankbaar lofgezang en zij luisterde.... Maar tante sprak zoo luide over ontdekkingen op het meidenkamertje gedaan, en oom en Huug lachten.

Ze voelde dat ze met dees leed tot dichtebij Romaan naderde en ze jubelde zoete, al snikkend, omdat Romaan zoo dichtebij was. Ze werd bijna tegen hare vingeren de warmte gewaar van zijn geliefde voorhoofd.... Ze zei: Ge moet gaan.... Ja. Ge moet zeggen ... iets van mij ... iets van zijne moeder ... aan Romaan.

Maar 't witte licht vergulde, en de zon wierd grooter en grooter, en rood. Het rood jubelde de wolken in en rolde over de wereld. En achter verre blauwe bosschen zakte de zon in een chaos van rustige, helverlichte reuzenwolken. De schaduwen schoten lang uit en namen de klaarte weg. Beneden was de wereld in de schemering, maar op Pallieter plakte het zonnegoud nog lijk rood papier.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek