Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Hier kwam een der meiden berichten dat de jongeheer Bonifaz aan-tafel werd geroepen, en "Pieterse mocht zoo goed zyn, meetekomen." Wouter stapte met opgeheven hoofd en saamgeknepen vuisten de kamer in, waar 't gezelschap dineeren zou.
"O, stoor je daar niet aan, Jim; dat zegt ze altijd. Geef den emmer: ik ben binnen twee minuten terug. Zij zal het nooit te weten komen." "Ik durf niet, jongeheer. Als de juffer het zag, zou ze me de haren uit het hoofd trekken." "Zij? Ze slaat haast nooit, en als ze het doet, is het alsof er een veer over je rug gaat. Zij heeft een grooten mond, maar praatjes doen geen zeer.
"En Jenny zal al gedacht hebben, dat ze heel lekker waren," zeide George. "Of ze dat dacht? Zij was immers zoo onnoozel om ze nog te laten zien. Gij ziet, daar ligt het aan; Jenny weet het niet. Och, de familie beduidt niets; men kan niet verwachten dat zij het weet. Het is hare schuld niet. O jongeheer George, gij kent nog niet half het voorrecht van uwe familie en uwe opvoeding."
De Engelsche baar, ziet er uit als een lange toonbank met glazen en flesschen en jongejuffrouwen, waaronder een verkleede jongeheer, daar zullen ze mij niet mee beet hebben, ik zag dadelijk aan 't haar, dat die jongejuffrouw een manspersoon of jongeling was Die dames vroegen mij iets wat ik niet verstond en daarom zei ik "Jes", want ik wou aan Nadaniël eens laten hooren dat ik toch wel iets Engelsch kon.
Wil jy... me... ook... van 't paard zien vallen... hè? Kaatje was de deur uitgedrongen. Hy volgde haar met gebalde vuisten. Maar... jongeheer, om-godswil, wat mankeert je? Wat... me... mankeert? Ik wil niet langer voor gek worden gehouden, d
En eenmaal is 't gebeurd dat hy ze ongegeten weer thuis bracht by de trouwe echtgenoot die ze met zooveel liefde geboterd had, en nu niet zonder moeite haar eigen werk herkende. De jongeheer Pompile lag dien dag overhoop met "mama" en was op 't kantoor gebleven. De "heeren" hadden den moed niet hun spaarkruimels voor den dag te halen.
En hoe 't Buiten heette van m'nheer Kopperlith. En aan welk soort van vensterglas men de woning van den jongeheer Pompile herkennen kon. Waarlyk, men zou lust krygen z'n eigen achterkleinzoon te wezen, om tegenwoordig te zyn by 't opgraven van al die historische byzonderheden.
Wouter kreeg alweer niets dan leege doppen en schillen, of althans dit verbeeldde hy zich omdat-i nog niet geleerd had er zyn er meer zoo! z'n ontmoetingen op 'n afstand te zien. Wat ons in oudheid belangryk, of in middeleeuwen romantisch voorkomt, is eenmaal gewoon geweest. Ja, jongeheer, 'n vondeling, ging Styntje voort, en ieder mag 't weten.
Die vriendelyke oudeheer moest hem wel voor zeer lomp aanzien. En dit was-i niet, waarlyk niet! Hy had integendeel 'n gevoel van dankbaarheid aan den heer Dieper, die hem zoo minzaam kwam verlossen uit z'n drukkende eenzaamheid. Om daarvan iets te doen blyken, bleef hy staan, zelfs toen de gulle boekhouder hem nògeens had toegevoegd: "houd je gemak, jongeheer ... ik ben de boekhouder."
Leer de dwaze manieren niet van de jongens, die denken dat zij te groot worden om zich aan hunne moeder te storen. Ik zal u wat zeggen, jongeheer George. De Heere geeft vele goede dingen tweemaal over; maar uwe moeder geeft Hij u maar eens. Gij zult geene andere zoodanige vrouw vinden, jongeheer George, al wordt gij honderd jaar oud. Houd u dus aan haar vast en groei op om haar tot troost te zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek