Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Gelukkig voor Wouter, dat-i dit niet wist. Hy kon nu op z'n gemak zich vermoeien met de vraag: wat toch de handels-bestemming van dien ring was, en van dat gat? Heel eindelyk ... goddank, er gebeurde iets: Dieper nam 'n snuifje, en Wouter stond als 'n paal. De heeren komen wat laat, jongeheer.
In het schemeruur bracht ik Saartje thuis; en het lustte mij, daarna een kleine stadswandeling te maken, in dat bij uitstek drukke uur, waarin de werklieden en schoolkinderen naar huis gaan en de dienstmaagden hare boodschappen beginnen, hare minnaren toevallig tegenkomen, of elkander gewichtige mededeelingen doen omtrent de verschillende karakters van haar heer, haar mevrouw, den oudsten jongeheer, en de oudste juffrouw, bij welke gelegenheid de heer er altijd beter afkomt dan de mevrouw, en de mevrouw beter dan de oudste juffrouw, terwijl de jongeheer een van tweeën, òf een "akelig stuursch minsch", òf "een heertje" is.
Daar kwamen 'n paar straatjongens hem sarren met den roep: "heb je 't zoo warm, jongeheer?" 't Was om razend te worden! Toch drong hy zich op dat-i nog altyd naar 'n gelegenheid zocht om 't staatsstuk te schryven dat het geld vergezellen zou, maar 't was uit geestelyke traagheid alleen, en uit onwil om te erkennen dat z'n verdriet veranderd was van richting.
En wat die rechten van den mensch betreft, ik zie niet in hoe men die kan verdedigen door verkeerde dingen te doen." "Gij begrijpt niet hoe de zaak in elkaar zit, pachter." "Neen, dat doe ik ook niet en ik ben te oud geworden om het nog te leeren, jongeheer.
Jesis-Maria, wat ben ik 'n gemeen schepsel! Zeg, jongeheer, ben je van je paard gevallen? Och, och, och, wat doe je-n-ook op zoo'n beest! En... waar is je skos-mussie? 't Stond je zoo aardig! En je sabeltje? 't Rinkelde zoo! En nu al dood... Jesis-Maria! En je kleertjes? Och, lieve god, hy is dood, en... van z'n paard gevallen! Ben je dood? Sietske! mompelde Wouter.
Kyk, dat bevalt me! riep Holsma. Hy heeft goed geluisterd. Juist over 't vonnis van dien Jakob Claesz had ik 'n opmerking te maken. Kaatje, zeg dat de jongeheer nog wat blyft. Hy is hier wèl. Wouter had zich nooit zoo gelukkig gevoeld. Dat's waar ook. We weten nog niet welk vonnis die krygsraad uitsprak. De tucht moest gehandhaafd worden. Toch niet de kogel? vroeg Sybrand.
»Hij is zoo ijverig als een Christen; ik mag blind worden als 't niet waar is!« zei Sikes, en keek het dier met een soort grimmige goedkeuring aan. »Nou jongeheer, je weet, wat je te wachten staat; schreeuw maar zoo hard as je wil; de hond zal er gauw een stokje voor steken. Vooruit jong!«
Is Wilkens er nog niet? Dienaar, jongeheer Eugène, antwoordde de boekhouder. Neen, jongeheer Eugène, Wilkens is er nog niet. Misschien met stalen uit? Dit is de jongeheer Pieterse. Zoo? Wouter hoestte. Hy moet maar wachten tot Pompile komt ... of Wilkens. Wouter knikte, altyd doorhoestend, dat-i met het grootste geduld wachten zou op m'nheer Pompile of m'nheer Wilkens.
Ja, ik hoor dat je veel boodschappen hebt gedaan voor den jongeheer Pompile. Nou, dat pleizier kan je dikwyls hebben! Hebben ze je-n-al gezegd dat je naar de post moet, alle morgens, om den briefbesteller optewachten? Dat 's 'n baantje voor jou, je zult het zien! 't Zal je stuivers kosten voor 'n borrel! Want als je d
"Vóór het einde van den overtocht, zult ge goede zeelieden zijn!" "We zullen ons best doen, kapitein Sand," antwoordde Tom. Ook Mevr. Weldon maakte haar compliment aan de goede menschen. Zelfs de kleine Jack kreeg zijn deel in de lofspraak, want hij had aardig meegewerkt. "'k Geloof, jongeheer Jack," zei Hercules glimlachend, "dat u eigenlijk het touw stuk hebt getrokken!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek