Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Gut jongeheer! Ik kom van Femke... Van... welke... Femke? Is... dat... misschien... weer... 'n grootmoeder van je, hè? En met dreigend gebaar deed hy 'n stap vooruit. Ben... jy... de vryster... van... Stoereman den molenaar, hè? Weer 'n stap vooruit. En Kaatje terug! Kom... jy... ook... hier... alweer... kyken... of... ik... heelemaal... naakt... ben, hè? Och, jongeheer, wat 'n praat!
Ik zeg u allen," vervolgde zij, zich omkeerende, met eene opgeheven vork in de hand, "het is zooals de jongeheer George in de Openbaring las zielen roepende onder het altaar, roepende tot den Heer om wraak over dezulken, en eens zal de Heer hen hooren. dat zal Hij!"
't Spreekt vanzelf dat Wouter 'n houding had aangenomen, die om vergeving scheen te smeeken voor z'n existentie. Och, zoo onnoodig! Die oude magere heer nam 't hem volstrekt niet kwalyk dat-i bestond, en zelfs niet dat-i dáár was. Houd je gemak, jongeheer. Uwe-n-is zeker de jongeheer Pieterse? Ja, ja, ik weet er van. Heel goed! Wel, jongeheer, zal uwe hier zoo op 't kantoor komen? Nu, dat is best!
Je moet eens zoo goed wezen naar de mangelkamer te gaan niet waar, mama? Niet waar, Hersilie? en speel wat met den jongeheer Bonifaz, want hy hobbelt zoo fameus. 't Is waar, zieje, Hersilie, omdat mama zoo'n fameus erge hoofdpyn heeft, dát is het maar!
Na eenig vruchteloos onderzoeken wie Ophelia was, en na even vruchtelooze pogingen om 'n gesprek aantevangen dat in Wouters smaak vallen kon, bedacht zy 'n uitgang. Er moest volstrekt iets hier-of-daar bezorgd worden, meende zy, en: "de jongeheer kon wel 'n eindje meegaan." My wel, zei de moeder. Het jonge paar vertrok. Femkes boodschap scheen weinig haast te hebben.
Onder andere naamplaatjes op de deurpost, was er ook een van een tandmeester, en nadat de jongeheer aan den overkant een oogenblik gestaard had op een paar kunstmatige kakebeenen, die open en dicht gingen, om de aandacht op een prachtig stel tanden te vestigen, trok hij zijn jas aan, nam zijn hoed, en posteerde zich in de deur aan den overkant, terwijl hij met een glimlach en een rilling bij zichzelf zei: "Net iets voor haar om alleen te komen, maar als ze veel pijn heeft gehad, mag er toch wel iemand zijn om haar naar huis te brengen."
De oude man ging voor hem staan en riep: "Lisette! gij zoekt zeker Lisette, mijnheer de baron? Boven ligt zij; ga daar heen en zie haar aan!" Toen, door smart overstelpt, bedekte hij zijn gelaat met de handen. "Kom Frits!" sprak onze jongeheer, en voerde den verschrikte in de andere kamer, "kom mede! Ik zal u alles vertellen; al de droefheid die over ons gekomen is."
"Kerel! wat zeg je?" riep Van Meerle, toen zijn dienaar de boodschap had overgebracht: "Is de jongeheer Van Male werkelijk dood?" "Om u te dienen luitenant!" "Dienen, dienen!" herhaalde Van Meerle in gedachten, terwijl er op zijn gelaat een vreemdsoortige uitdrukking te lezen stond. "Dat is te zeggen," antwoordde de oppasser eenigszins onthutst: "dat ik den luitenant condoleer.
De Heer was naby, of ... de jongeheer Pompile toch. Hy vertoonde zich in z'n kamerjapon, en werd Wouter gewaar. Ah ... zoo? Ja, juist! Je bent daar? Heel goed! Wilkens heeft je zeker gezegd ... heel goed, heel goed! Weet je wat je doet? Je moet zoo goed wezen ... even te wachten. M'nheer Pompile verdween in de suite, en de klok was weer aan 't woord.
Valsche gedenkschriften zyn zaad van den Duivel. Juist was Wouter van meening 'n aanval te wagen op den hem aangewezen spoelkom, toen de jongeheer Pompile met z'n gewone schichtige haast het kantoor binnenstoof. Vol schrik zette de jeugdige handelsman z'n vermeten opzet uit den zin, en den kom neer. Was 't niet opmerkelyk dat-i tegenwoordigheid van geest genoeg had om 't ding niet te laten vallen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek