Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Zoo'n jongeheer kan toch niet, om jou pleizier te doen... weet je wat je bent, Wouter? Je bent 'n rechte izegrim. Als je vader 't beleefd had, die zoo zuur voor z'n brood...
De Turken die hy ditmaal tegenover zich zag hadden geen verschrikkelyk voorkomen. Ze waren ongewapend en vermoordden geen enkelen zuigeling. Vrouw Claus stond allerhuiselykst aan 'n wasemende waschtobbe de zeep stonk... turksch! en pater Jansen rookte even huiselyk 'n goudsche pyp. Zoo, jongeheer, ben jy daar? Komaan, dat 's goed!
Ik ben daar eens naar toe geweest, toen Miss Mary zou gaan trouwen, en Jenny liet me de bruiloftstaarten zien. Jenny en ik zijn goede vriendinnen, weet ge? Ik zei niets; maar loop heen, jongeheer George! Wel ik zou er geene week van kunnen slapen, als ik zulk een baksel taarten gemaakt had. Neen, ze konden er volstrekt niet door."
"Wou u meheer gesproken hebben?" vroeg de meid. "Ja. Mijnheer schijnt niet tehuis te zijn." "Neen, meheer; meheer, en mevrouw, en de juffrouw, en de jongeheer en al de kinderen zijn Buiten, en ik ben maar alleen thuis om op de boodschappen te passen."
Honderd gulden in de maand ... wat zeg je dáárvan? Hè, m'nheer! In... de... maand! Hè! In... de... maand! Hon...dèrd... gul... den... in... de... máánd! Wouter zweette. Ja, al dat geld verteert hy te Rome. En dat haalt-i ... zeg eens, by wien denk je dat-i al dat geld haalt? By... den... Nu, zeg maar op. Spreek gerust uit. Waar denk jy nu wel dat de jongeheer Flodoard al dat geld haalt?
De reden overigens dat hy, in tegenstelling van Dieper en den ouden Gerrit, het naast hem zittend individu niet aansprak met het praedikaat: "jongeheer" lag hierin, dat Eugène reeds nagenoeg halfwassen was, toen Wilkens hem elf jaar geleden leerde kennen, terwyl Dieper en de knecht dezen telg van den patroon, en zelfs den ouderen Pompile, als kind hadden gekend.
... ken je die ook al? Nou, die biecht by pater, vroeger by pastoor hiernaast, nu altyd by pater. En meestal gaat ze hier over de plaats de kerk in, want ze brengt paters waschgoed, en zy heeft het me verteld... van die dame-n-uit Hamburg, meen ik. Ah! Wat mankeert je toch, jongeheer?
Dáár weet ik niet van, jongeheer. Maar... die oude nukkige Griet! Wat denk je dat pater deed! Hy zei: "och, Styn, je moet denken ze-n-is 'n arm mensch!" "Dat 's waar, zei ik, en dat denk ik. Maar jy bent ook arm, pater, en ik ook." Nou, d
"Nu ja!" zeide Helding: "of er een paar meer of minder zijn, dat zal er zooveel niet toe doen: en aan den jongen Heer, die mij in staat gesteld heeft mijn huishuur te voldoen, wilde ik toch ook wel toonen, dat ik niet ondankbaar ben. 't Is zeker wel wat vermetel van mij, te durven hopen, dat iemand als de Jongeheer Huyck mij de eer aan zoude doen mijn arme woning te bezoeken."
Maar ik ga, Jongeheer George, en ik zal vier dollars in de week krijgen, en Mevrouw zal alles bewaren, om mijn goeden man terug te koopen." "Hoezee!" riep George uit. "Dat is goed overlegd! En wanneer gaat gij?" "Morgen, met Sam. En nu, Jongeheer George, zult ge toch wel eens willen gaan zitten en een brief aan mijn goeden man schrijven en hem alles zeggen wilt ge niet?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek