Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Het meesterke, de blanke, heeft met grooten vlijt geinformeerd naar Frits Jansen, doch niemand heeft hem meer gezien sinds hij achter den grijzen klipstapel de bemanning van het Maxim wegschoot.

Daar ontbloot Reinard Jansen het hoofd, wuift met den hoed en roept met machtige stem: »Zoo moge het al de vijanden van ons volk vergaan! Hoera! Leve onze Republiek!" En al de aanwezigen stemmen in met dien kreet; zelfs Reinard Jansen's heldenzoon kan het niet uithouden in zijn ruststoel, en de oude ruiten rammelen in hun sponningen: »Hoera! Leve de Zuid-Afrikaansche Republiek!"

Van Kempen, die al dadelijk met een gemelijk gezicht was binnengekomen en voortdurend onwillig had zitten kijken, schudde het hoofd. »Neen, meneerzei hij, »daar kan niets van komen, heb 'k al tegen Henk gezegd. De jongen moet me helpen in de bouwerij« en toen de heer Jansen er iets tegen inbracht over aanleg en roeping »ach, met uw verlof, dat vind 'k malligheid.

Doch een sterker schreien deed hem twijfelen; hij wendde het paard en steeg af. Bij het heldere maanlicht was de omtrek goed te onderscheiden en onder een doornstruik vond hij een klein, kermend wicht, in armoedige doeken gewonden. Jansen was in den omgang een strak en streng man, van wien men niet veel meewarigheid zou verwachten, doch achter de ruwe schors klopte een hart.

»En dat is niemand anders als Jansen, .

Er was in den omtrek, waar »Waterfontein" lag, inderdaad een groote behoefte aan een onderwijzer, en het was van baas Jansen nog zoo'n domme zet niet, om den armen vondeling schoolmeester te maken. De vorige onderwijzer, een gewezen kleermaker, die bij gebrek aan werk zijn scheepke bijtijds bij baas Jansen de veilige haven had binnengeloodst, was reeds sedert een jaar vertrokken.

Ik word er koud van, en kan 't heusch niet langer aanzien. 't Scheen wel dat pater Jansen z'n eigen standvastigheid wantrouwde en de verlokking ontvlieden wou. Maar hy aarzelde. Ook Wouter volgde slechts heel langzaam, en niet zonder telkens opnieuw, by z'n geleider aantedringen op interventie. Wat is voor òns 'n enkele gulden, m'nheer!

Is 't waar dat zy de genade heeft? Hoe kom ik er aan? Wat moet 'n mensch doen om veel te weten, om... alles te weten? Alles? Hm?" De Woutergeschiedenis is niet voltooid: we verliezen Wouter uit 't oog als hij met pastoor Jansen op weg is naar Haarlem om de gevolgen van een dommen streek goed te maken.

De goede Jansen genoot naar hartelust van Wouter's verbazing, die dan ook inderdaad groot was. Hy hield zich innig overtuigd dat noch z'n moeder noch een van z'n zusters, noch zelfs Leentje, die toch anders volstrekt niet hoovaardig was, zich zóó ver vergeten zou met 'n klavierspeler. Neen, nooit, nooit... al was er geen hof by dat er kwaad van denken kon. In 'n achterkamer niet!

»Is er niemand?" vraagt hij met verheffing van stem, »die met mij drinken wil op Cecil Rhodes, dan zal ik het alleen doen op Cecil Rhodes! op den grootsten man van Zuid-Afrika!" en hij drinkt het glas leeg in éénen teug. Maar Reinard Jansen springt op, en slingert den stoel, waarop hij gezeten had, tegen den muur.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek