Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Ja, ja, precies zoo! Ook hij ijlt van de wondkoorts! riep Habulam. Welnu, dan wil ik twee andere getuigen voortbrengen. Janik zeg de waarheid! Is Habulam onschuldig? Hij heeft u willen vermoorden, antwoordde de knecht. Schurk, schreeuwde Habulam. Gij verwacht straf van mij voor uw ongehoorzaamheid en wilt u wreken!

Toen Janik ging, liet hij, zooals ik hem gezegd had, de deur openstaan, opdat ik de gevaarlijke koornschelf op mijn gemak zou kunnen bezien. Deze was van een tamelijken omvang, en juist tegenover ons; ook merkte ik onderaan een plek op, die iets afweek van de omgeving. Daar was ongetwijfeld de ingang.

Allereerst droeg ik Janik op, bij de niet geheel gesloten deur uit te zien, wanneer het voor mij geschikte oogenblik zou gekomen zijn. Het gedurig lichten gaf hem daartoe genoegzame gelegenheid. Zoodra hij mij kwam zeggen dat hij niemand meer zag en de ingang tot de koornschelf weer dichtgestopt was, liet ik mij door hem en Osko er heen dragen.

Wij gaan terstond naar hem toe en nemen de ommelet mee, netjes gegarneerd met de doode vogels. Heer, doe dat niet, bad Janik, want dan loopt het slecht met mij af, omdat hij zal denken dat ik u gewaarschuwd heb. Daarin zullen wij hem te vlug af zijn. Wij zullen doen, alsof gij van ons een stuk hadt gekregen en opgegeten, zoodat gij nu van de pijn ligt te krimpen.

En die stille vroolijkheid ging eindelijk in luid gegrinnik over. Die onbeschoftheid ergerde mij. Ga naar de schuur, en span het paard voor den wagen, beval ik Janik. Laad uw goed op, wij vertrekken al gauw. Zal ik onze paarden voorbrengen? vroeg nu Halef. Nog niet. Maar ga nog eens naar den toren.

Aanklagen zal ik u! Gevild zult gij worden, gevild bij levenden lijve! brulde de getuchtigde, terwijl hij wegliep. Effendi, dat wordt een leelijk geval, meende Janik. Toch niet, antwoordde ik. Wij willen dat feest met grooten ernst vieren. Ik heb van dien feestdag nog nooit gehoord. Dan zult gij dien heden leeren kennen, verzekerde Halef.

Wanneer zij dat deden, zouden zij verraden, dat zij kwaad tegen ons in den zin hadden. Maar dat daargelaten, wij kunnen dien weg voor hen afsluiten. We hebben niets anders noodig, dan een hamer en een grooten spijker, waarmee wij het luik in den vloer vastmaken. Janik bood aan het benoodigde te halen, alsook een groote ijzeren kram. Dat is opperbest, verzekerde ik.

Of gij het al dan niet gelooft, is mij hetzelfde. De hoofdzaak is, dat gij het neemt en terstond trouwt. Janik had er zoo'n haast mee, waarom talmt hij nu zoo? Toch moet ik het eerst van den Effendi hooren! Het is zoo'n groote som! Wij hebben zooveel niet noodig, want wij hebben ons gespaarde geld nog. Als gij een heel vermogen geeft, wat blijft er dan voor u over?

Nauwlijks was die betrekkelijke rust mij geworden, of men klopte aan mijn deur, juist zooals ik het Janik gezegd had. Ik richte mij op, vermoedende dat het Anka zou zijn, die ons iets te zeggen had. Janik deed open, en mijn vermoeden bleek juist geweest te zijn. Het meisje kwam binnen. Halef, Osko en Omar waren natuurlijk terstond bij de hand.

Ook ging zij barrevoets. Halef's paard scheen haar pijn gedaan te hebben, want zij trok den eenen voet omhoog. Anka, is mijn naam, antwoordde zij. Zijn uw ouders nog in leven? Ja. Broers en zusters? Veel. Ook een hartedief? Er kwam een diepen blos op het frissche gezichtje, maar toch draalde zij niet met te zeggen: Ja, een pracht-exemplaar! En wat is zijn naam? Janik. Hij is knecht.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek