Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Jacoba gevoelt dat de krachten haar dreigen te ontzinken; maar toch, ze houdt zich goed. Is er dan niets te bedenken....? Ha! "Palief; ik vergat u te zeggen dat ik notaris Zoutenheer heb gesproken; hij zou van avond bij u komen, tenminste...." "Tenminste....?" "Tenminste.... hij dacht...." "Wat dacht hij Jacoba? Dat het nu eindelijk tijd zal worden om het testament te veranderen?

Van Barneveld weet het niet dat Jacoba een paar woorden heeft gevoegd bij de weinige regels, die de vader haar verzocht heeft aan Eva te schrijven, en die toen aanstonds naar het huis aan den Buitenkant zijn gezonden.

Jacoba trekt haar hand uit die van Helmond, en zegt op sterker toon dan ze gewoonlijk spreekt: "Ik heb niets, volstrekt niets dat me hindert August. Alleen maakt het me zenuwachtig als men zooveel notitie van mij neemt. Ik heb laatst wat hard gezongen onder 't klimmen. Als men verdriet heeft dan zingt men zoo niet. Nu, toen ben ik van overspanning wat raar geworden.

De generaal die gisteren, na zooveel aandoening, weer minder wel was geworden, zal eerst morgen naar Romphuizen terugkeeren. Op dit oogenblik, terwijl de pendule in de ruime hotelkamer halfzeven wijst, zegt hij tot Jacoba die juist weer een der poeders, waarop ze zooveel vertrouwen heeft, voor hem gereedmaakte: "De schuit kan al twintig minuten weg zijn. 't Verwondert me dat ze nog niet komen."

Wat een biechtvader is voor de ziel, dat is de dokter voor het lichaam, en de biecht ligt onder 't zegel der geheimhouding, dat weet je wel." "Nieuwsgierig!" zegt Eva fier; en dan met klem: "Mij dunkt August, dat er van zóó iets geen sprake kan zijn, wanneer ik je zeg te gelooven..... dat die brief van Jacoba was." Helmond zwijgt.

Bah! 't is te warm voor handschoenen. Hij zal ze allebei uitdoen en los in de hand houden, dan ziet men niet dat ze kapot zijn. "Juffrouw! juffrouw Jacoba!" De neustop klimt. De sluier valt: "Goeje hemel! phu! wat? Wie....? phu! Pardon menheer.... wie heb ik 't plezier....?"

Zijn rijtuigen, zijn kleeding, de totale absentie van andere leden zijner familie dan de houterige ofschoon goedaardige Jacoba terwijl juist twee dagen later een zuster van den generaal zou komen logeeren dat alles, maar inzonderheid zijn indigne uitdrukkingen in die kosterskamer, ze hebben haar immers ten volle overtuigd, dat ze recht heeft om dien zoogenaamden hoogstverstandigen en degelijken man, een bekrompen despoot en haar vijand te noemen.

Och waarom moest ik huichelen; waarom je verbergen wat mij verteert...." Verbergen wat mij verteert? Hoe is het mogelijk dat deze woorden aan mijn pen zijn ontsnapt, denkt Jacoba; en dan, nadat ze de geschreven regels heeft herlezen: Nee, dat alles is bespottelijk; dat mag en dat kan zoo niet. Het papier wordt nu ijlings door midden gescheurd; en, op een ander blaadje schrijft ze: "August!

En een oogenblik later zegt hij: "Jacoba, geef mij de poeders in 't vervolg zonder rijst of melk. Ze hebben mij misschien goed gedaan. Als kind heb ik eens geproefd van de medicijn die je grootmoeder moest gebruiken. Dien smaak vergat ik niet." Jacoba schreide aan de borst van haar grijzen vader.

Jacoba zweeg; de herinnering aan dien "schrik" heeft haar feller getroffen dan zij 't zich zelve bekennen wil. Ja, dat was het laatste geweest; een schrikkelijk einde.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek