Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Sigrún gaat onmiddellijk en begroet Helgi vol vreugde: Eerst wil ik u kussen, mijn gedooden koning, eer gij uw bloedig harnas afwerpt; uw haar, Helgi, is met rijp bedekt, uw lichaam besproeid met den dauw van de lijken; ijskoud zijn de handen van Hogni's schoonzoon, hoe zal ik, o koning, u kunnen helpen?
Ziet ge daar dien rotsachtigen muur en die ruime grot, waarvoor de wijngaardranken als een groot, groen gordijn hangen? Daardoor zullen we er inkomen! Wikkel u in uw mantel; hier brandt de zon, maar nog een schrede verder, en het is ijskoud. De vogel, die daar voorbij de grot heenvliegt, heeft zijn eenen vleugel buiten in den warmen zomer en zijn anderen binnen in den kouden winter!» «Wel zoo!
Helgi antwoordt: Uw schuld is 't, Sigrún van Sevafjoll, dat Helgi's lichaam met lijkendauw besproeid is: bittere tranen toch schreit gij iederen avond, en elke traan valt bloedig dezen held op de borst, ijskoud, klam en vol smarten.
Is dat dan de weg naar den tuin van het Paradijs?» vroeg de prins. Nu gingen zij de grot in. Hu! wat was het daar ijskoud! Maar het duurde toch niet lang. De oostenwind spreidde zijn vleugelen uit, en deze schitterden evenals het helderste vuur. O, wat was dat een grot!
De vulkanische krachten waren dus nog niet geheel en al verdwenen. Zeer merkwaardig echter vindt men ergens op den top ook een bron van ijskoud helder water, die den naam gekregen heeft van "Zilverbron". Aan de Noordzijde vonden wij ons pad ter nederdaling.
MARCUS. Arm kind, die kus brengt heul noch troost, zoomin Als ijskoud water een verkilde slang. TITUS. O, wanneer neemt die schrikb're slaap een eind? MARCUS. O zoet bedrog, vaar heen; sterf, Andronicus.
Het water plaste ons in het gelaat, maar kabbelde een minuut later weer rustig voort. Ik boog mij voorover, maar oom Gaspard en de meester hielden mij elk bij een arm terug. Wij zijn gered! riepen Bergounhoux en Pagès; wij zullen hieruit komen. Bevende van schrik, wierp ik mij achterover; ik was ijskoud, bijna halfdood van angst. Hij was geen braaf man, zeide oom Gaspard.
Hierin zonk Inge neer; al het walglijke, levende ontuig was zoo ijskoud, dat zij over al haar leden trilde, ja, dat zij gedurig meer van schrik verstijfde. Aan het brood bleef zij vasthangen, en het brood trok haar naar beneden, evenals het barnsteen een stroohalm aantrekt.
Geen ander licht schijnt hier dan het lampje, dat men in de hand draagt en de grond is bedekt met vette aarde, die aanhoudend door het druppelsgewijs doorsijpelend water vochtig wordt gehouden en dikwijls ijskoud op het gelaat valt.
Dit was de man, dien Dorian Gray wachtte. Iedere seconde zag hij op de klok. Bij iedere minuut, die verstreek, werd hij hoe langer hoe zenuwachtiger. Eindelijk stond hij op, liep de kamer op en neêr, als een mooi dier, in een kooi gesloten. Hij nam lange, sluipende stappen. Zijn handen werden ijskoud. De onzekerheid werd ondragelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek