United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze zouden eerst een meisje wegbrengen, dat op 't Noordeinde woonde, en liepen nu het plechtig-zwijgende Rapenburg langs. De hooge huizen stonden onbeweeglijk en ook het water kabbelde niet. Het was, of alles in 'n oogenblik van volmaaktheid was verstard, en vanzelf temperden ze hun overmoedig-luide voetstappen. "Jullie worden toch allebei lid van de club zeker?" vroeg één der oudere meisjes.

Het water plaste ons in het gelaat, maar kabbelde een minuut later weer rustig voort. Ik boog mij voorover, maar oom Gaspard en de meester hielden mij elk bij een arm terug. Wij zijn gered! riepen Bergounhoux en Pagès; wij zullen hieruit komen. Bevende van schrik, wierp ik mij achterover; ik was ijskoud, bijna halfdood van angst. Hij was geen braaf man, zeide oom Gaspard.

Kalmer ging het nu voorbij, de opwandelende beweging kabbelde rustig vooruit. 't Waren rustige wandelstoeten, tevreden menschen elkaâr verdringend, huisgezinnen opgepropt achter elkaâr. Ze schoven vooruit op een luchtig danspasje... vroolijk zagen hun oogen en alles bewonderend, in de rooskleurige gezichten.

"Weet u nog wel, oom Frans?" "Ja, dat heb ik je zelf geleerd, heel lang geleden!" antwoordde hij. "Heel lang geleden," herhaalde zij. En aan haar voeten wuifde het schoone waterlisch... De beek kabbelde en het riet suisde.... De laatste dagen van Augustus ging oom Frans naar de stad terug en toen bleef Kaja alleen achter.

De duisternis viel; het was acht uur; groote wolken dreven voorbij de schijf der maan, welke toen in haar eerste kwartier was; de zee kabbelde kalm tegen den voorsteven van het fregat.

Doch noem den naam van dat wat wij beiden kennen, en gij zult ook zonder mij den weg vinden. Zij gingen toen een eindweegs door de eenzame straten, waar de gasvlammen flikkerden in den nachtwind en het donkere koude water tegen de grachtwallen kabbelde. De weeke muziek klonk flauwer en flauwer en verdoofde eindelijk in de groote rust, die over de stad lag.

Het water kabbelde en spatte, de kleine boot ging met de korte golfjes op en neer gelijk een zeeschuitje en af en toe raasde het mooie vlaggetje hartstochtelijk in den wind, alsof het zich verzetten wilde tegen mijn onzinnig-roekelooze onderneming. Soms bleef ik even midden in het breede water steken. Dan zat ik ergens op een "bank" en ik moest ploeteren om er af te komen.

Het water, in het nog teedere Aprilmorgenlicht, blauwde, met zilveren verglanzingen, tusschen het witte steen van het vierkante, wijde bassin, kabbelde de schaduwen weg der rozeranken, -bladeren, -bloembladeren en de baders, schrale of dikbuikige, rumoerden, roezemoesden, plasten en grappigden. De beide jongens zwommen, hadden bekijks, omdat zij zoo mooi waren en elkaâr geleken.

Daar kabbelde de Euphraat met zijne geelachtige golven, die haar deed denken aan den geliefden Nijl. Evenals langs den reuzenstroom in haar vaderland, vertoonden zich ook hier talrijke dorpen, te midden van rijke korenvelden en vijgenboschjes. Naar het westen strekte zich de diergaarde des konings, met hare hooge cypressen en noteboomen, mijlen ver uit.

Iets zwarts snelde hem voorbij naar het boord en daarop hoorde hij een plomp in het water. Niemand anders zag of hoorde iets. Hij hief het hoofd op de plaats der vrouw was ledig. Hij stond op en zocht vruchteloos om zich heen. Het arme bloedende hart was eindelijk stil, en de rivier kabbelde even helder alsof zij hare golfjes niet daarboven gesloten had.