Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


"Nee, meneer: die Elias is juist beschuldigd dat hij zich aan een geestelijke vergrepen heeft..." "O, is dat de loods?" "Dezelfde, naar me gezegd wordt. U laat menschen van een beruchten naam op uw feesten toe, meneer Ibarra." Deze keek hem van hoofd tot voeten aan, en antwoordde met souvereine minachting: "Ik hoef u geen rekenschap van mijn daden te geven!

"Ik ben niet gekomen, om je rekenschap te vragen van je daden...ik ben gekomen om je rust te geven." "Ik wil die rust niet, die jij me geven wilt. Ik zal mezelf wel een rustig gemoed geven! Jij veracht me, en je minachting zou me bitter stemmen tot mijn dood toe!" Ibarra zag de wanhoop en de smart in de arme vrouw, en vroeg haar wat ze dan verlangde.

"Neem me niet kwalijk, maar 't komt me voor dat u veel van mijn vader gehouden heeft. Zou u me niet kunnen zeggen hoe 't toch met hem gegaan is?" vroeg Ibarra hem aanziende. "Hoe zoo, weet u dat dan niet?" vroeg de ander. "Ik heb het don Santiago gevraagd, maar hij woû 't me eerst morgen zeggen. Weet u 't misschien?" "Wel natuurlijk, net als iedereen! Hij is in de gevangenis gestorven."

Ibarra zou met genoegen ervan afgezien hebben, dit dichtgewrocht te hooren, en liever de processie hebben zien voorbijgaan in 't huis van Capitán Tiago, waar Maria Clara met haar vriendinnen zou gebleven zijn, doch Zijne Excellentie wenschte de loa te hooren, en er zat dus voor hem niets anders op, dan zich te troosten met de hoop, haar in de komedie te zien.

En het jongemeisje vertelde hem haar ontmoeting met Ibarra, doch verborg hem het geheim harer geboorte. Padre Dámaso kon zijn ooren nauwelijks gelooven. "Zoolang hij leefde," hervatte het jongemeisje, "wilde ik nog strijden, hoopte en vertrouwde ik nog. Ik wilde leven, om over hem te hooren spreken...maar nu ze hem vermoord hebben, nu is er geen reden voor mij om nog te leven en te lijden."

Maria Clara huiverde. "O!" riep de Capitán General, "veroorloof me, mejuffrouw, dat ik den wensch uitspreek, u terug te mogen zien, voordat ik de plaats verlaat: ik heb u nog zeer belangrijke dingen te zeggen. Meneer de alcalde, u zult me wel op de wandeling willen vergezellen die doe ik te voet nadat ik een onderhoud onder vier oogen met meneer Ibarra zal hebben gehad."

Ibarra keek Linares van hoofd tot voeten aan, een blik die het verlegen jongemensch met trots doorstond. "Wel, ik merk dat mijn komst niet verwacht werd," hervatte hij langzaam. "Maria, neem me niet kwalijk dat ik me niet heb laten aandienen. Op een anderen dag zal ik je uitleg kunnen geven van mijn gedrag...we zien elkaar nog... stellig." Deze laatste woorden vergezeld van een blik naar Linares.

"Wel, was u daar?" vroeg hij, terwijl hij Ibarra met eenige verbazing aankeek. "Neem me niet kwalijk", antwoordde deze, "ik zie dat u 't erg druk heeft." "Dat is zoo, ik was bezig iets te schrijven, maar 't heeft geen haast en ik wil wat uitrusten. Kan ik u met iets van dienst zijn?" "Met heel veel!" gaf Ibarra terug, terwijl hij naderbij kwam. "Maar..."

Natuurlijk was er ook iemand, die wist te vertellen dat hij duidelijk, op 't oogenblik dat alles in elkaar stortte een gestalte in den kuil had zien afdalen, die gekleed was in een donker kleed als dat der Franciskanen. Er was geen twijfel aan: dat moest de heilige Diego zelf geweest zijn. Men vernam ook dat Ibarra de mis bijgewoond had, en de gele man niet: 't was dus klaar als de dag. "Zie je?

"U moet mijn vraag niet aan ijdele nieuwsgierigheid toeschrijven," ging Ibarra voort, en keek ernstig naar den verren horizont. "Ik heb er verder over nagedacht en ik geloof dat het beter is de denkbeelden van mijn vader te verwezenlijken dan om hem te treuren, en veel beter dan hem te wreken.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek