United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De prins ging op weg, maar hij zuchtte en was droefgeestig, want waar zou hij het gouden paard vinden! Daar zag hij op eens zijn ouden vriend de vos aan den weg zitten. »Zie jezei die, »dat komt er van, dat je niet naar mij geluisterd hebt; maar ik zal je wel helpen, hou maar moed, ik zal je zeggen, hoe je bij het gouden paard moet komen.

En dan was er dit: dat het voor hem niet mogelijk was tot zekerheid te komen.... Want hij voelde 't nog onbelijnd in zijn troebel, warrig denken, maar hij voelde 't toch hij was niet vrij.... Zij had hem immers om bescherming, om broederhulp gevraagd.... Zij wou bij hem in veiligheid zijn, dat was enkel wat ze zocht.... Mocht hij haar dan nu laten merken dat hij haar begeerde, vragen: hou je van me?... Wat dan ... als 't niet zoo was?... Wat dán?... Wat moest ze dan?... O nee!

De edelvrouwe des 'uizes 'ad drie dochters: een van 21, een van 23 en een van 27 jaar, beeldschoone dames, och, man, hou op! en eerstgenoemde een barre lief'ebster van paardrije, nou! Dit alles geschiedde onder de 'oogste etiquette.

Er was geen ontkomen meer aan; Go vóelde, dat nu alles uitgezegd moest worden tusschen hen tweeën, en ze antwoordde zacht en weifelend: "Ik hou heel veel van moeder,... en vroeger heb ik 'r ook altijd alles verteld, en overal in raad gevraagd en ze heeft me altijd begrepen. Maar nu ik hier ben, in dat

"Moet je me dáárvoor wakker maken." "Wat groette ze lief terug, ?" "Ze ziet d'r voornaam uit." "Nou, dat kan ik niet vinden. Is dat de prins?" "Nee, de prins komt eerst morgen." "Wil u nog eens gebruik maken, mevrouw?" "Zijn die bruine ook lekker? Dan zal ik d'r zoo een nemen." "Corrie, alsjeblief." "Hou 'n beetje dichter bij." "Mijnheer, 'n fondant? Toe, neem u d'r nog een." "Oom slaapt, Jet."

O, hoû me zoo, smeekte ze lief. Hoû me zoo tegen je aan. Anders, als ik alleen ben, en het is over me heen gegaan, dan blijf ik zoo doodsbang achter, maar nu, nu heb ik jou, nu heb ik je weêr: je zal me niet meer van je af gooien, en je zal me beschermen, je arm kind, je Eve, nietwaar? O ja, nu heb ik je weêr!

Geen muziek zou ik denken? Begrepen! stuitend voor de conversatie, en...." "Menheer Kippelaan, we zullen maar eens open met elkander praten...." "Welzeker je excellentie, daar hou ik van. Op een kleine plaats moest men over 't algemeen minder gesloten, en meer joviaal en open zijn. Ziet u, ik zeg wat ik denk; geef me zooals ik ben.

"Dat is recht, zeide hy: maar wy doen heel anders, wy verlaten den Sprinkader des levendigen Waters, en houwen ons zelf gebroken bakken uit; zie, ik lees alle daag in Gods Woord, en hou my niet op met uitleggingen, die ik niet noodig heb om het te verstaan, voor zo verre het my raakt als een Christen mensch, wil ik spreken.

Gy hebt gestreden voor uw harssenschim; dien lof geef ik u; maar nu eisch ik uwe overgave. Hy. Neen, Kindje, daar is voor gezorgt; ik hou om de dood niet van buren-gerugt. Hy. Zie zo, 't wordt mooi laat; nu, ik heb zeer goed Logement voor u; en ik hoop, dat ik u den tyd aangenaam zal verdryven. Ik. Laat my gaan; 't is nog niet te laat, om in de stad te komen. Hy.

"Hou je juffie goed aan het handje?" dat, nog maar goedig plagen van zijn beste vriendje krenkt zijn trots en doet eensklaps in hem opwellen niet meer met de anderen samen te willen gaan. "Ik ben toch nu al negen jaar" en smalend voegt hij er aan toe, na drie jaar zijn weg wel te weten.