United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben uw hondje; ja, Demetrius, Kastijdt ge mij, te slaafscher vlei ik u; Behandel me als uw hond; sla, stoot mij weg, Verwaarloos mij, vergeet mij, maar vergun, Dat ik, al ben ik dit niet waard, u volg'. Wat minder plaats kan 'k beedlen in uw hart, En toch een plaats door mij zoo hooggeschat, Dan dat ge mij behandelt als uw hond?

Het is onmogelijk, onmogelijk, met dat ellendig dier op reis te gaan! riep de generaal, eensklaps weer verbolgen en wanhopig zijn armen in de lucht slaande. De vrouw en de schoonzuster smeekten, trachtten het hondje te sussen, lichtten, heel eventjes, het dekseltje weer op. Rikiki bedaarde.

Kinderen zijn tegen nachtmerrie beveiligd, als het woord "hondje" op hun voorhoofd wordt geschreven; en als aan die voorzorg nog is toegevoegd een teekening van den Baku, Eter van Droomen, zal het zeker zijn, dat de slaap van den kleinen van rustigen aard zal zijn. Het woord "hond" op het voorhoofd van een kind geschreven, is een beveiliging tegen de betoovering door vossen en dassen.

Och, kind! wat zie je er uit, wat ben je smerig! Kom dan! Mijn man zal je niets doen. Maar jij bent ook een stijfkop, weet je dat wel?... Zóó, wil je het wel mij zeggen? Dat valt me mee van je.... Ja, je hondje kun je meenemen.... Heb je drie dagen rondgeloopen? Och! ... Wel! wel! hebben ze je uit het stroo gejaagd, en heb je niet gebedeld?.... Ga nu maar eens zitten; brand je niet, 't is heet.

Goedele rolde een balletje papier en gooide 't over den vloer. Het hondje sprong gretig er naar toe, trachtte het beweeglijk speelgoed vaste te vangen tusschen zijne grabbelende voorpooten en wilde 't gek-vlugge vaneen rukken tusschen zijne tanden. Zijn muilken snuffelde haastig hier en daar, hapte vergeefs te dichte of te verre.

Wij zullen u ons adres laten en als gij weer komt u het hondje teruggeven. Zou dit geen geschikte oplossing zijn? De dames staakten haar schreien en keken in verbouwereerdheid naar den goedigen dikkerd op. Hij zag er werkelijk als goed en eerlijk mensch uit: een hemel van hoop straalde eensklaps voor haar open. Ook de generaal was geschokt, als van een pak op zijn hart verlost, innig-bewegen.

Toen kwam een jongejuffrouw, O! beste vrouw, wat een hondje van een meisje, zij had een japon, waarvan de bovenste helft de kleinste was.

Eindelijk lezen we: »Hedennacht overleden." De gordijnen zijn gezakt. Er is geen school. We gaan naar huis. Niets, niets blij met de vakantie. Ik denk aan dien zachten man, biddende met zijn zachte stem. Ik hoor hem weer aan 't orgel. Ik denk aan zijn lieve vrouw. Die zal nu wel erg bedroefd zijn. Ik denk aan 't hondje. En nu, veertig jaren later, denk ik: Ik wou, dat die lieve vrouw nog leefde.

Ik kan uwee alleen maar zeggen, dat Besjoetje soms wel ereis met een ander hondje uit de buurt stoeide, als ik ’m uitliet; maar met een woord van waarachtigheid kan ik u ook verzekeren, dat ’k hem juistement dáárom in den laatsten tijd nooit anders dan aan ’t touwetje heb uitgelaten.”

Kwispelstaartend keerde hij naar Marten terug, die schaterend van lachen uit zijn schuilhoek te voorschijn kwam en den hond goedkeurend over den kop streelde. »Goed zoo, brave Kees! Goed zoo, hondje! Je hebt je voortreffelijk gehouden, hoor, en als wij de hanen morgen bij het middagmaal krijgen, zal ik voor jou een lekker stuk bewaren. Ik gun het jou liever dan die twee struikroovers!"