Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Hij redde eens Ysabele's hondje, dat in een der grachten gevallen was en sprong in het water het reeds verdrinkende keffertje met levensgevaar te grijpen: het was hem bijna ondoenlijk de gracht weêr uit te komen.
Zij speelt met mijne vingers als een hondje, springt mij op het hoofd of in den nek, of klimt bij mijn arm of bij mijn lichaam op met zulke vlugge en sierlijke bewegingen, als ik bij geen ander dier heb waargenomen. Als ik haar op een afstand van 1 M. mijn hand voorhoud, springt zij er in, zonder ooit te vallen.
De jongen liep hem dadelijk achterna, om dien hond daar de gans af te nemen. Hij hoorde wel, dat de ganzerik riep: "Pas op, Duimelot, pas toch op!" Maar de jongen dacht, dat hij voor zoo'n hondje toch niet bang hoefde te wezen, en hij stormde voort.
Een houtvester verhaalde mij, dat hij een tijdlang een klein, zoogenaamd Chineesch Varken gehad heeft, dat hem als een hondje naliep, naar den naam, dien hij het gegeven had, luisterde, dadelijk kwam, als het geroepen werd, met hem den trap opging, zich in de kamer zeer fatsoenlijk gedroeg, aan bevelen gehoorzaamde en velerlei kunstjes verrichtte.
Zij traden een handschoenmakerswerkplaats binnen; een vrouw zat ijverig te naaien. Een klein wit Deensch hondje, zoo kaal geschoren, dat men zijn rooskleurige huid kon zien, sprong op de tafel en maakte voor den kleinen knaap allerlei kunstjes. «De onschuldige zielen kennen elkaar,» zei de vrouw en liefkoosde den hond en den knaap.
Daar is in het aanhoudend en driftig blaffen van zulk een hondje altijd weinig, dat ons aangenaam aandoet; maar, wanneer men voor de eerste maal ergens eene visite brengt, wanneer men zich voorstelt aangenaam ontvangen te worden, wanneer men eene phrase klaar heeft, om zich op het voordeeligste te introduceren, en men ziet dan den Heer des huizes naderen, voorafgegaan door zulk een geweldmakend huisdier, dan zou men wenschen, dat... er eene zware belasting op het houden van honden werd gesteld.
En op de vlakke hand houdt hij ze het hondje voor, dat ze gulzig ophapt. "Dat is lekker, hé? Ja, smul jij maar, ga je gang maar. Had de baas nu ook maar wat. O! wat doet mijn rug zeer." Hij gaat op een stoep zitten en staart nadenkend de voorbijgangers en de heen en weer rijdende vigilantes en wagens aan.
De verhaler voegt er bij, dat het een onbeschrijfelijk schouwspel was, deze beide, in grootte en kracht zoo verschillende dieren achter elkander aan te zien rennen, de groote, vreeselijke Tijger met opgeheven staart als voorganger en het moedige Hondje, ruzie zoekend en blaffend, achter hem aan.
Hij wrijft met de hand over de pijnlijke plaats en mompelt: "Wacht maar; als ik groot ben, zal ik het hem betaald zetten! Zoo'n leelijke dief! Hé, Boppie, 't is toch een dief, want het was toch goed van vader! Nou, koest dan, hondje. Kijk!" hij raapt een paar koude aardappels op, die bij een stoep liggen, "dat is voor jou, hond!"
Pardon, meneer, wat zei u? vroeg hij aarzelend. Ik zei dat u hun het hondje dan toch maar gegeven hebt, antwoordde de man met een eigenaardigen, raadselachtigen glimlach. Ja, er was al niet veel anders op te vinden, antwoordde de generaal gedrukt; en meteen herkende hij het mannetje: dezelfde die hem 's ochtends op de andere boot verzekerd had, dat geen honden meer in Engeland werden toegelaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek