Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Telkens als hij bijna wakker werd, kwam het hem voor, alsof hem iets heel akeligs wachtte; maar hij hoefde niet naar school en hij zette het van zich af. Zoodoende stond hij niet op voor elf uur. Zijn ontbijt was in zijn kamer gezet, terwijl hij sliep; maar hij kon niet eten; hij was als half bedwelmd.
Waar hij kwam, hoorde hij hetzelfde tikken, rook dezelfde lucht, en overal viel dezelfde naaldenregen. Hij hoefde niet meer stil te staan, om te zien. De kleine larven waren overal. 't Heele bosch zou al gauw door hen zijn kaalgegeten. Plotseling kwam hij op een plek, waar geen geur te merken, en alles doodstil was. "Hier is hun rijk uit," dacht de hond, bleef staan, en keek rond.
Dit mocht bekend zyn aan allen die daar geknield lagen voor haar troon, en ieder mocht het vertellen aan ... ieder, wanneer men dan maar nooit vergat er by te zeggen dat ze koningin was geworden omdat Wouter haar had liefgehad. En 't volk hoefde nu voortaan niet te knielen, zou ze zeggen... Nu ja, dacht Wouter, by buitengewone gelegenheden staat dat zoo kwaad niet.
De paarden zagen nu ook d' onweêrs stormen leep , De voerman hoefde toom noch breidel, noch de zweep, Zij vlogen even dol een langdurige wijle, Als uit een Schytschen boog de onbedwongen pijle; Veel snelder als de wind, veel sneller als de stroom Schoof op vier raders de beslagen disselboom; Hot, hot, al breideloos de wagen henen glipte, Ontziende noch de kroon, noch scepter van Egypte: Wat 's konings koetser of luide riep, De redelooze vlucht al even zwijmig liep, Nu bin nu buiten spoor, al zonder weg te peilen ; Geen schip ons volgen mocht met opgeblazen zeilen.
Toen ik mij eens onderscheidde in een stierengevecht, prees het geheele hof mij; en toen ik overladen met toejuichingen naar huis keerde, vond ik daar een briefje, waarin mij werd medegedeeld dat eene dame, wier verovering mij meer zou vleien, dan alle eer die mij dien dag bewezen was, mij wenschte te spreken, en dat ik slechts bij het aanbreken van den nacht naar een aangewezen plek hoefde te gaan.
En het korte gras vertelde het aan de erica, wier verdienste te veel bekend was, dan dat ze door onnoodige drukte de aandacht hoefde te trekken. Ze wist wel, dat een korten tijd van 't jaar er niets mooiers was dan zij; en dat vond ze genoeg.
Hij hoefde alleen de aardappels op te zetten; de kachel brandde. Een schepje kolen kon Elsje er wel op gooien. Hij keek eens naar grootmoe. 't Was toch naar, als je niet loopen kon. Hij wist nog, hoe grootmoe met de zware ben met visch liep en altijd in huis werkte. Toen hadden ze grootvader voor 'n paar jaar terug, dood thuis gebracht.
De jongen dacht, dat het eigenlijk wel prettig zou zijn, als hij zich niet dadelijk aan zijn ouders hoefde te vertoonen. Hij had niets tegen dat voorstel, en hij wou juist zeggen, dat hij het aannam, toen zij een sterk gedruisch achter zich hoorden. Dat waren de wilde ganzen, die allen te gelijk uit het meer waren gekomen, en 't water van zich af stonden te schudden.
Fagin wenkte hem, nu niet verder op haar te letten; na een paar minuten verviel het meisje in haar gewone doen. Fagin fluisterde Sikes in, hoe hij niet bang hoefde te zijn, dat zij ontsnappen zou, nam zijn hoed en wenschte hem goedennacht. Bij de kamerdeur bleef hij even staan, keek rond en vroeg of iemand hem de trap af kon bijlichten.
Ook overweegt hij de mogelijkheid om zich aan letterkundigen arbeid te wijden: het is nog een verwijderd ideaal. Hij spreekt den wensch uit dat er eens een tijd zou komen, waarin hij geen ambtsbezigheden zou hebben en zich niet om den broode hoefde te bekommeren. Dan zou hij menschen willen bestudeeren en schilderen. Deze literaire neigingen raken in de volgende jaren wat op den achtergrond.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek