Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Van anderen heb ik, na het eerste bericht van behouden thuiskomst, niets meer vernomen. De meeste zal ik nooit wederzien; zij zijn, ongestorven, dood voor mij. Vele weten niet eens dat ik somtijds en met innige liefde aan hen denk, en ik zou wenschen, dat Hildebrand wereldberoemd ware, en dit zijn boek overal verspreid en gelezen, opdat, zij dit ten minste weten mochten!
Zou men aanvankelijk geneigd zijn te beweren, dat Wolff en Deken in hun Hollandsche degelijkheid en de geschiktheid van hun roman "voor den Meridiaan des Huiselijken levens," meer overeenkomst vertoonen met den kalmen aspirant-burger- huisvader Hildebrand, dan met den geweldigen Multatuli, den afbreker, den spotter en de schrik van alle brave huisvaders en afgebakende- levensweggetjes-bewandelenden men komt al heel spoedig van die meening terug.
Nu gebeurde het dat Hildebrand, op zijn weg naar den beddewinkel in de middelbare straat, een plein over moest, waarop een kerk stond, waaruit het gezang der geloovigen krachtig opsteeg; en hij gevoelde lust om ten minste nog een gedeelte van de godsdienstoefening bij te wonen. Hildebrand is geen voorstander van het laat verschijnen in het huis des Heeren.
Nu zal ik alles laten zoo als het is. Deze twee dingen, mijnheer Van der Hoogen! Denk er om!" "Het is wèl!" zeide hij binnensmonds; en, alsof deze 't helpen konden, stiet hij de ledige eierdoppen op zijn bord aan duizend gruizelementen. Hildebrand vertrok, en was duizend pond lichter dan toen hij de trap opkwam. Het hofje. De heer van der Hoogen af.
De student Petrus Stastokius Jun. had daartegen niets in te leggen dan zijn geliefkoosde verzekering "waaratje", waarvan ik evenwel, om billijk te zijn, erkennen moet, dat hij in 't geheel geen misbruik maakte. Hildebrand ziet de stad, en Pieter verstout zich pot te spelen.
Ook het volgende stukje was voor De Nederlanden bestemd en reeds in handen der redactie, toen het werk gestaakt werd, en de Maatschappij van Schoone Kunsten ophield te bestaan. Het verschijnt dus te dezer plaatse voor het eerst in druk, om het dozijn schetsjes vol te maken. De Baker. 353 Hollandsche Illustratie 1865/1866. Brief van Hildebrand aan Schipper Rietheuvel. 356 Jongens.
Maar die soort van kruiperigheid jegens de "hoogere" standen, zooals die zich bij Hildebrand uit in de Baron van Nagel- en Freule Constance- beflikflooiïng, is in de Sara Burgerhart al evenmin te vinden als zijn beschermheerachtige neerbuigendheid jegens de "lagere" assen. Meer wezenlijke overeenkomst vertoonen zij met Multatuli.
De heer Van der Hoogen deed zijn best om nog luider te lachen, wipte met zijn stoel achterover, en riep uit: "Een charmante klucht! En mijnheer Hildebrand is alzoo dénonciateur van dit alles?" "Hij kan het worden," ging Hildebrand voort, die nu eenmaal op gang was; "als ik de stad verlaat zal ik den heer Kegge waarschuwen. Maar eerst wilde ik uzelf dit komen aanzeggen.
En daar heeft ook Hildebrand, uw onderdanige dienaar, een koude rilling over zijn rug voelen loopen, als zijne verbeelding speelde op al wat gevraagd zou kunnen worden! Het eigenaardige van dit vertrek is dat de patiënt het binnentreedt met een witte das, een wit gezicht, en een zwart pak kleederen, en gevolgd wordt van eenige vrienden in négligé, met cloaks, rottingen, petten en honden.
Maar wat zegje van onzen gast, mijnheer Hildebrand? En wat zegt mijnheer Hildebrand van mijn dochter?..." Wij waren beiden verlegen, en hadden niets van elkaar te zeggen. "Allemaal gekheid!" riep de heer Kegge; "je zult wel familiaar worden. Voortaan geen mijnheeren of dames, maar Henriette en Hildebrand, alstjeblieft."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek