Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Kijk Hildebrand, als gij een humorist waart, dat zou me leelijk spijten; ik zou haast zeggen, schoon mijn hart er bij breekt: als gij een humorist zijt, Hildebrand, leg drie stuivers uit, koop een touw, en... Maar gij zijt immers geen humorist, mijn waarde! o Zeg, dat gij het niet zijt.

Zij hief zich, om mij te groeten, eenigszins plechtig van de sofa op, terwijl de zwarte knecht mij een stoel gaf, veel dichter bij haar dan bij haar mama, en betuigde haar genoegen mijnheer Hildebrand te zien. "Papa had er zich zóó veel van voorgesteld mijnheer Hildebrand eens te bezitten. Niet lang zeker zou hij zich laten wachten; maar eene dringende commissie had hem uit geroepen."

Ik vertrok met haar. Suzette reikte ons beurtelings de hand. Saartje kon geen woord uitbrengen; en Hildebrand was zoo sprakeloos als Saartje. Wij kwamen in den Zoeten Inval. De oude De Groot was in de ziel bewogen. Ik bleef nog langen tijd bij die goede menschen over het ongeluk van juffrouw Noiret in gesprek.

Maar indien zulk een scheppend kunstenaar nu meent, dat hij op grond van dat intuïtief vermogen, ook spreken kan over kunst, als hij niet geïnspireerd is, dan vergist hij zich leelijk en dat blijkt zoowel bij Multatuli als bij Hildebrand.

De eerbied voor den werkelijk godsdienstigen en braven mensen maakt zich bij Hildebrand zelden los van de wetenschap, dat ook hij zulk een mensch is, in één woord: hij blijkt soms saamgeweven met eene ergerlijke zelfverheerlijking en zelfverheffing, bij onze Wolff en Deken is daar geen sprake van.

Hildebrand nam den schijn aan van naar de kerk te zullen gaan, en had evenwel voorgenomen het niet te doen. Hij herinnerde zich, niet zonder ingenomenheid met de hooge roeping die hij in zich gevoelde, het zeggen van Fenelon, in het treurspel van dien naam: "Dit is mijn eerste plicht. Men dien' de menschlijkheid, En zing, daarná, den lof der Hemelmajesteit!"

"Ik heb niet veel te zeggen, mijnheer Van der Hoogen!" zeide Hildebrand, vast besloten om maar in vredes naam met de deur in huis te vallen, en vooral niet rouwig wegens het vertrek van den achtenswaardigen Bout. "Het moet u niet verwonderen, mijnheer! als het huis van de familie Kegge u eerstdaags wordt ontzegd ..." De charmante werd, van bleek, vaal en zag Hildebrand verbaasd aan.

Waardeert men bij Hildebrand een sterk novellistisch talent, in het werk van Wolff en Deken voelt men den adem der groote, heele menschengroepen omvattende epica. En welk een onderscheid ook in de weergave dier wereld! In hoeveel grootere mate dan bij Hildebrand spreken hier de struische Hollanders de stoere Hollandsche taal.

Hij is de gelukkige echtgenoot van de mooie Suzette, en ik heb een brief van de jonge lieden, waarin zij zich veel inbeelden van "verplichtingen aan den heer Hildebrand". De baron leeft nog steeds met zijn dochter in dezelfde kalme en liefelijke stemming.

En het is deze kennis, die Wolff en Deken bóven Hildebrand en Multatuli bezaten, en het gevolg daarvan is, dat als zij een eenvoudig stukje schrijven buiten hun scheppenden arbeid om, waarin zij sommige principes uiteenzetten, door welke zij zich bij het wrochten hunner romans lieten leiden, zij duidelijk blijken wáárheden omtrent kunst te kennen, die niet van hun tijd, en niet van dezen tijd alleen, maar 't spreekt van zelf, van alle tijden zijn!

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek