Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Waarop mevrouw Dorbeen, haar oogen zeer sterk op den snuit van den olifant gevestigd houdende, op een aardig toontje zei: "Als die vreemde heer ons dan ook eens schadeloos wilde stellen! Mijnheer Hildebrand kan immers ook wel een kleinigheid!"
Doch eer hij dit plan kon verwezenlijken, had de graaf zijn schandelijke opzet reeds volvoerd. Den 3en Maart 1580 had Rennenberg de aanzienlijkste familiën van Groningen op een schitterend feest uitgenoodigd. Onder de gasten bevond zich ook de burgemeester Hildebrand, een oud vriend van den graaf.
Hier vertoefde ook Z. M. Koning Willem III in de moeielijke tijden van 1870 een achttal dagen, om buiten het hof en de staatsdrukte rust te vinden in het schoon dezer streek. In de nabijheid vond men voor enkele jaren nog het "Hôtel Hildebrand", waar Keetje van der Made, "het Brabantsche meisje", woonde, door Beets geteekend in zijn Camera Obscura.
Hij was een buikig man van vier-, vijfendertig jaar, dragende een dichtgeknoopte blauwe jas, een glimmend geborstelden hoed, en gewapend met een dikken bamboesrotting. Hij stond verbaasd iemand in de voorkamer te ontmoeten. Hildebrand maakte zich bekend, en verklaarde dat hij gekomen was om den heer Van der Hoogen te spreken.
Welnu, evenals ik meen Hildebrand ergens, geef ik hun een paar mud komma's ten-geschenke, om die te plaatsen waar ze goedvinden, tot er de verlangde slymerigheid en hun voldoening op volgt, amen. De heer Mr. C. Vosmaer maakt in z'n "Zaaier"de opmerking dat de Havelaar blyken draagt van nog onvolkomen beheersching der taal, en van 't worstelen om vormen voor de veelvuldige stof.
Wie de beschrijving eener stoomboot en van de gemakken, welke zij aanbiedt, wenscht te lezen, kan die aan mijn goeden vriend Hildebrand gaan vragen, die ze in zijn Camera obscura zoo geestig en tevens zoo naar waarheid heeft voorgesteld, dat het dwaas en vermetel zou zijn, eene poging te wagen, om hem te willen verbeteren.
Hij wist volstrekt niet hoe hij het met hem had. Hildebrand maakte van deze gelegenheid gebruik om in éénen adem voort te gaan: "De heer Kegge zal eerstdaags weten, wie gij zijt, mijnheer! Uw dubbelzinnig gedrag zal hem bekend worden. Hij zal kennis dragen van de lagen, die gij aan de onschuld legt, terwijl gij zijn dochter het hof maakt."
Henriette stelde ons aan elkander voor, als mijnheer Van der Hoogen en mijnheer Hildebrand. Mijnheer Van der Hoogen plaatste zich vervolgens op den hem aangeboden stoel, bracht den duim van zijne rechterband ter hoogte van zijn rechterschouder, en stak hem door het armsgat van het gebrocheerde vestje, zoodat zijne taille fine allerschitterendst uitkwam.
Men denkt geen oogenblik als bij Multatuli's huisdominee: "hoe geestig geschreven" en: "hemeltje lief wat moet ik daarom lachen," maar alleen: "hoe ontzagwekkend gebeeld, wat 'n brok innig doorschouwd leven, hoe waar en hoe echt is dit." Mijn lezers zullen waarschijnlijk nu al gemerkt hebben, dat ik onze Wolff en Deken grooter artisten acht dan èn Hildebrand èn Multatuli.
"Alles goed en wel!" zei daarop de persoon, dien Hildebrand met den naam van Bout had hooren benoemen, en die een zeer rauw en onaangenaam geluid sloeg, "alles goed en wel! maar je bent toch een handjegauw. Waarom nu niet nog een beetje gewacht, totdat de jongen goed en wel in de West is?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek