Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


En vlug wipte ze de deur uit, de trap af, eene gang over, nog eene trap af en zóó in eenen door, tot ze in den kelder was. Daar stopte ze het horloge in een donkeren hoek en wip weg was ze weer. Een paar minuten later lag Hilda weer rustig achterover mét haar boek in de hand. "Ziezoo," dacht ze, "roep me nu maar, ik hoor je toch niet."

Dadelijk schrijf ik aan Hilda, dat ze zorgen moet, precies om vijf uur klaar te zijn. Dan zou het rijtuig van den prins voor de deur zijn, om ons af te halen. Ik kom en denk natuurlijk, dat Hilda al kant en klaar op me zit te wachten en zóó vind ik haar. Wat moet ik toch beginnen: 't rijtuig kan ieder oogenblik vóór zijn, en we kunnen den prins toch niet laten wachten.

Hare moeder was gestorven, toen Hilda nog maar een paar maanden oud was. En toen had die eenvoudige boerenvrouw voor de kleine Hilda gezorgd en haar vertroeteld, alsof ze haar eigen kind was. Later was de boerenvrouw teruggegaan naar haar dorpje. Maar vergeten kon ze Hilda niet: daarvoor had ze haar te lief gekregen. Gedurig kwam ze "haar kind," zooals ze Hilda noemde, eens opzoeken.

"Kleine levenmaakster!" riep nu Hilda, "kun je me niet met rust laten!" "Tik, tik, tik, tik, tik!" "Nu als het dan niet anders kan, zal ik je den zin wel geven. Daar ben ik al!" En meteen sprong ze, half boos, half lachende het bed uit. Dadelijk hield het horloge zich stil.

Jullie moogt Hilda niet graag lijden, en dat kan ik me best begrijpen; want veel goeds heb ik nog niet van haar verteld. Maar de fee kende Hilda beter, dan jullie haar kent. Die wist, dat Hilda een lief meisje zou zijn, als ze dat ééne groote gebrek maar niet had.

Op de visite lachten de vriendinnetjes haar uit en noemden haar "Juffertje Te Laat." En als ze groote menschen op zich wachten liet, zeiden ze allemaal: "Foei, wat een onbeleefd kind! 't Is te hopen, dat ze die leelijke gewoonte nog afleert, eer ze groot is." Ja, 't was te hopen; maar het gebeurde niet. Hilda werd wel grooter, maar ze bleef "Juffertje Te Laat!"

Ja, ze begreep alles, de arme Hilda, en ze was er zoo door in de war, dat ze niet wist, wat ze deed. Ze sloeg de handen voor 't gezicht en begon te schreien. Toen op eens vloog ze midden door de gasten heen, die haar verwonderd nakeken, de zaal uit, de gangen door, de deur uit en zoo blootshoofds in haar balkleedje, met balschoentjes aan de voeten, de straat op.

'k Behoef je dan ook zeker niet te vertellen, dat Hilda uur en tijd bij 't mooie spelletje vergat. 't Werd elf uur, 't werd twaalf uur, maar waaraan Hilda ook dacht, zeker niet meer aan hare peettante, die zou komen eten. 't Werd half één, kwart voor één, en nog waren de meisjes bezig, alsof er niets beters op de wereld te doen viel.

Had ze afgesproken eene vriendin af te halen, om mee te wandelen, dan kon die geregeld wel een uur en langer naar Hilda uitkijken. Eindelijk kwam ze er doodbedaard aanstappen. Ze vroeg er niet naar, of hare vriendin ook ongeduldig geworden was; ze zei niet, dat het haar speet zoo laat te zijn. Daar was ze te onnadenkend voor. Ze kwam, als ze lust had, en daarmee uit.

Ik kan niet meer klaar komen en 't spijt me toch zoo vreeselijk, dat ik Papa dit groote verdriet heb aangedaan. Och, help mij!" De fee was eerst ook heel verdrietig op Hilda geweest, toen ze alles wist. Maar nu ze zag, hoe'n spijt Hilda had, kreeg ze medelijden. "Nu, kindje," zei ze troostend, "wees maar bedaard, we zullen zien. Kom eerst eens hier, wat is je japonnetje gekreukeld." Hilda kwam.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek