Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Men zou thee drinken in de groene serre, waarvan al de glazen deuren geopend waren. Henk liep met mevrouw even den tuin door, en de oude dame bewonderde zijn prachtige stamrozen. Betsy en Vincent zaten alleen. Ik heb een brief van Eline; ze komt Woensdag met de Erlevoorts terug; de Howards blijven nog wat op de Horze, sprak zij. Zoo? antwoordde Vincent.
Zij schreef aan Henk en verzocht hem twee kamers voor haar te huren in een pension voor dames, of in een der nieuwe deftige hôtels-garnis. Zij kreeg daarop aanstonds brieven van Henk, van Betsy, van de oude mevrouw Van Raat, die haar allen verzochten, niet op kamers te gaan wonen, maar bij hen haren intrek te nemen.
Zoo klaagde zij voort met lossamenhangende zinnen, in haar nervoziteit geprikkeld door een avond eenzaam gemijmer in een overwarme kamer, steeds terugkomende op haar doelloos leven, dat zij voortsleepte als een vervelenden last, en er klonk iets in hare stem als verweet zij dit alles aan hem, aan Henk, aan haar zwager.
Maar hoe meer zij redeneerde over dien angst, hoe meer die angst zich vastklemde in haar geest, als een ontzenuwende idiosyncrasie, waarvan zij zich niet wist te bevrijden. Mevrouw Van Raat en Henk kwamen langzaam uit den tuin terug en zij zetten zich in de serre, bij een der open glazen deuren.
Misschien heb jij wel gelijk en redeneer ik als een kip zonder kop! riep zij uit, haar overwinning verwerpende bij het leed, dat deze haar verwenden jongen toebracht; alleen ik bid je: overleg, weer verstandig, Georges! En zij drukte twee lange kussen op zijn oogleden, die zich sloten, en waaronder zij iets vochtigs ried. Hoofdstuk XIV. Adieu, Betsy, dag Henk!
Het zou haar niets kunnen schelen binnen een uur te sterven; alles was haar het zelfde; alleen dat doellooze, nuttelooze bestaan, zonder iets waaraan zij zich met hare geheele ziel kon wijden, werd haar te zwaar. Henk sprak tegen, eenigszins verlegen met de scène, die toch niets anders was dan eene bekende, een periodiek terugkomende scène.
Zij sidderde van vrees, maar zij wilde hem niet laten zegevieren. Ik wil niet! Als je niet wilt, sleur ik je de trappen af tot je voor zijn voeten ligt, ik verzeker je, dat ik het doe, ik verzeker het je! siste hij lettergreep voor lettergreep haar in het gelaat. Zij deinsde gekrenkt achteruit. Henk! riep zij, ontsteld, dat hij zoo iets tegen haar durfde zeggen. Ga je?
Het kan niet anders: het kan nooit meer worden zooals het was... Het was of Betsy en Henk dit begrepen; zij drongen niet verder en Henk zuchtte. Laat me je dan uitkleeden en ga dan wat liggen op bed... wil ik van nacht bij je blijven? Gaarne ... ach neen, het hoeft niet... Kom dan meê naar je kamer...
O mama! kon Frédérique zich niet weêrhouden angstig uit te roepen. Henk kwam. En uit zijn dralenden groet, uit zijn verslagen gelaat, dat zich niet beheerschen kon, rieden zij reeds veel. Mevrouw wees Henk een stoel, en zag angstig naar hem op. Van Raat! Wat is er, waarover.... waarvoor? stotterde zij gejaagd. Ik dacht goed te doen, mevrouw, eens even aan te komen. Eline heeft Otto geschreven.
Betsy moest er iets over zeggen, het kon zoo maar niet voortgaan. In deze ergernis, in deze kribbigheid was zij zeer prikkelbaar en kortaf en wanneer zij Eline of Vincent niet met tallooze kleine hatelijkheden, als met speldeprikken, kwetste, vaarde zij uit tegen de meiden en Gerard, tegen Ben en Henk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek