Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
Elze, die juist bezig was haar duiven te voederen, ontroerde zóó, dat ze duizelde. Heidaar, jongen! riep de prins, van het paard springend, terwijl hij haar de teugels toewierp. Houd mijn paard eens vast. De prins stiet de deur van het huisje open; maar toen hij zag dat het leeg was, ging hij zitten wachten op de bank. Hij wilde Elze's vader zien.
Nu hielden wij allen stil voor het geslotene hek, en Klaas, een stentorstem opzettende, begon uit al zijn macht te schreeuwen: "heidaar! boer! boer!" Wij ontvingen echter op dit eerste geroep geen ander antwoord dan een nog gevaarlijker gehuil en gejank van de honden.
Jan had het druk om de palingen naar beneden te duwen, die telkens opnieuw uit het emmertje wilden kruipen. "Heidaar, blijven waar je bent!" zei hij tegen een dikkerd, die nieuwsgierig over den rand keek. "Bij je kameraden blijven!" Bij een van de visschersbijtjes deden de jongens eene gelukkige vondst.
Hei, hop, dat was een tocht. «Hier kom ik!» schreeuwde domme Hans en zong, zoodat het wijd en zijd in den omtrek weerklonk. Maar zijn broers reden hem langzaam vooruit; zij spraken geen woord, zij moesten eens over al de goede invallen nadenken, die zij voor den dag zouden brengen; want dat moest alles keurig uitgedacht zijn. «Heidaar!» schreeuwde domme Hans, «hier ben ik!
"Wij komen van heel verre," antwoordde de koetsier. Hij trok de teugels aan, maar nauwelijks zetten de paarden zich weer in beweging, of de boer riep hem achterna: "Halt, heidaar, koetsier! Daar komen zij zelf! Daar zijn ze! Zie eens, hoe zij rennen!" Daarbij wees bij op vier ruiters en een char
Intusschen stoof de meid de keuken binnen, liet zich op een stoel vallen, maar gleed er onmiddellijk weer af en kwam terecht op eenige opgemaakte brooden, die nog gebakken moesten worden en op den grond bij het vuur gezet waren om wat te rijzen. "Hemeltje lief! wat is er met Suze aan de hand?" riep de pachtersvrouw uit. "Heidaar, Marie Jan waar zit je?
"Ik ben de eigenaar van deze hut, Mijnheer!" antwoordde Danilo, terwijl hij groette. "Ik kom zooeven thuis." "Heidaar, mannen! Zet schildwachten voor de deur, en laat niemand er uit of in. Hoor je?" zei de officier tegen zijn manschappen. Vervolgens wendde hij zich tot Danilo met de woorden: "Als je je leven op prijs stelt, antwoord mij dan. Waar is de bandiet, dien wij zoeken?
Een oogenblik later bevindt de Engelschman zich aan den ingang van de Bagijnenstraat, die tot in het hart der stad voert. Hij klapt eenige malen in zijn handen en roept: "Heidaar, jongen! Hier met de toorts. Licht mij voor!" wat weldra een dreumes van een straatjongen tot hem brengt, die een brandende fakkel draagt.
Sprekend over de voorbeeldige gehoorzaamheid van zijn troepen, kreeg hij het plotseling in den zin, eens een staaltje daarvan te toonen. "Heidaar," riep hij uit het venster de soldaten toe, die op het plein voor het paleis de wacht hielden, en hij wenkte hen om boven te komen. Zij deden, zooals hun bevolen was.
Hoe vinnig keef ik daar Lucetta weg, Toen ik haar innig gaarne bij mij hield; Hoe toornig plooide ik mijn gelaat tot rimpels, Terwijl de vreugd mijn hart tot lachen dwong! Mijn boete zij: ik roep Lucetta weer En vraag haar voor mijn dwazen streek vergiff'nis. Heidaar! Lucetta! LUCETTA. Wat verlangt gij, jonkvrouw? JULIA. Is 't nog geen etenstijd? LUCETTA. Ik wenschte 't wel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek