United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een oogenblik later bevindt de Engelschman zich aan den ingang van de Bagijnenstraat, die tot in het hart der stad voert. Hij klapt eenige malen in zijn handen en roept: "Heidaar, jongen! Hier met de toorts. Licht mij voor!" wat weldra een dreumes van een straatjongen tot hem brengt, die een brandende fakkel draagt.

Het kindje wordt grooter, de gezichtskring verruimt zich, het verstand ontluikt, naar alle richtingen steekt het zijn voelhoorns uit, de sociale groep wordt omvangrijker en bestendiger, en uit den dreumes groeit een jongen of een meisje. Het onderwijs op school wordt voortgezet, machtige, nu eens voortstuwende, dan weer stremmende faktor in de volksontwikkeling van het kind.

Hij groeit tot alles op. Hij speelt in de goot en verheft zich door den opstand; zijn onbeschaamdheid blijft hem bij, zelfs in het schrootvuur; hij was een kwajongen, en wordt een held; gelijk de jonge Thebaan schudt hij de leeuwenhuid; de tamboer Barra was een straatjongen van Parijs; hij roept: Voorwaarts! en in een oogenblik is de dreumes een reus.

Dan zou 't gebeuren kunnen, dat een dreumes de «dolle" kastanje die hij gretig raapte in park of tuin wat later in den tijd raapt hij er de «paardepooten" en maakt er brillen van en bitten opdiepte uit zijn broekzak en poetste op zijn mouw, dat zij glom, glom, en hij zijn kastanje, met reden, mooier vond dan die doffe van de plaat.

En toen is hij een ondeugenden straatjongen tegengekomen, en die zei: 'Weet je wat, Jacobje, daar kunnen wij een prettigen dag voor hebben. 'Ja, zegt mijn jongen, 'daarvoor heeft de jongejuffrouw mij den gulden eigenlijk ook gegeven. En toen gaan ze allerlei lekkernijen koopen, Mevrouw, 't is zonde van 't geld, en eindelijk ook sigaren, verbeeld U, sigaren en zoo'n dreumes van een jongen!

Drie van hare kinderen waren haar gevolgd en rolden nu van het duin af dat het een aard had. Een visscher, die langs den weg naar huis keert, zingt. Dat hoort de jongste van de drie kinderen en de handjes naar den ouden uitstekende, roept het: "Grootvader, ook zingen!" "Zoo dreumes, moet ik weer aan den slag, ja?" "Stil, Betje, laat grootvader met rust. Het is nu te warm!" zegt de vrouw.

Zij legde het hoofdje in den nek, rukte hem aan de pilowsche broekspijp en riep met een smeekend stemmetje: »Opa op! op!" Meer wist zij nog niet te zeggen, doch de oude Kloppers nam de kleine dreumes van den grond, en beurde ze met zijn gespierde handen hoog de lucht in, zoodat ze 't uitkraaide van plezier.

Wie zou gedacht hebben dat die kleine dreumes, die hier rondliep en voor engeltje speelde op het tooneel...! Maar zeg toch eens,... hoe is het toen verder met haar ouders afgeloopen? BERNICK. Och, ik weet er niet meer van te vertellen dan ik je schreef kort nadat je weg was. Je hebt immers die twee brieven wel gekregen? JOHAN. Jawel; jawel; ik heb ze nog allebei.

De held van het drama was een kleine dreumes, die de bijenstallen, in den tuin onder de muren van het oude kasteel, had willen doorzoeken. Was het hem alleen om den honig te doen, of wilde hij met zijn stok tegen de nijvere insekten vechten? Wat hiervan zij: de bijen waren met zijne verschijning niet ingenomen.

De geheele zaak ging zoo schielijk in 't werk, dat de meesten volstrekt niet wisten, wat er van was; ik wel het allerminste, want ik was nog maar een kleine dreumes; ik begreep echter al zóó veel, dat mijn vader een misslag had begaan en er nu leelijk in zat. Natuurlijk begon ik dus te schreien en toen de kleine Droi's hunne tranen droogden, liepen de mijnen mij langs de wangen.